Het bruist in de Amsterdamse zorg. Toch lijkt er onder deze energie een tragedie te schuilen. Een van de bestuurders benoemde het als een prisoners dilemma.
In Amsterdam, een van de broedplaatsen van de commissie Innovatie Zorgberoepen & Opleidingen, kwamen twintig zorgbestuurders bij elkaar om na te denken over de op handen zijnde transitie in de zorg. Amsterdam is een prachtig speelveld. Er gebeurt van alles, er zijn mooie initiatieven en zijn prachtige voorbeelden, iedereen denkt mee. Maar onder de oppervlakte schuilt een oud dilemma.
Economische effecten
Het collectieve prisoners dilemma komt voort uit de rechtseconomie en de speltheorie. Het is oorspronkelijk beschreven in 1833 door de amateurwiskundige William Forster LIoyd.
Het voorbeeld dat vaak gebruikt wordt om het proces te illustreren, is het volgende. Op de meent, een gemeenschappelijk stuk weidegrond, grazen melkkoeien die toebehoren aan verschillende boeren. Elke boer wil zoveel mogelijk verdienen aan zijn melkvee. Als hij de productie opvoert en dus een koe toevoegt aan zijn kudde heeft dat twee economische effecten.
Overbegrazing
De kudde van de boer met de extra koe geeft in totaal meer melk, brengt meer op, en de opbrengst komt ten goede aan de eigenaar. Maar de koe eet gras van de meent, dus per koe komt er minder gras beschikbaar. Minder gras betekent minder melk en dus minder opbrengst. Dit nadeel wordt verdeeld over alle koeien en dus over alle boeren. Omdat alle boeren op dezelfde wijze redeneren, zullen zij net zoveel koeien toevoegen totdat toevoeging van een koe zelfs geen voordeel meer oplevert voor de eigenaar, overbegrazing is het gevolg.
Optimaal aantal
Er bestaat een optimaal totaal aantal koeien voor de meent; dat is het aantal waarbij de opbrengst van nog een extra koe niet meer oplevert dan het de andere boeren kost. In economische termen: de welvaartsverdeling is pareto- efficiënt. Dit is echter niet de uitkomst. Boeren zullen kiezen voor verdere uitbreiding. Want als boer A het niet doet, doet boer B het wel. Maar dan gaat boer A minder verdienen, omdat hij opdraait voor een deel van de kosten van de uitbreiding door boer B, terwijl daar voor hem geen extra inkomsten tegenover staan.
Spelregels
En dat is precies wat er in de Nederlandse gezondheidszorg aan de hand is; overbegrazing. Een manier om uit dit dilemma te komen, is wijziging van de spelregels. Dit is gemakkelijker gezegd dan gedaan, want voor we het weten, ontwikkelen we nieuwe beheersinstrumenten of vragen we de overheid een vergunningensysteem in het leven te roepen. Maar hoe dan?
Twee sporen
Een pasklaar antwoord is moeilijk te geven. Toch gloort er licht; we kunnen afspreken dat we gaan doen wat nodig is en niet langer alles aanbieden wat kan. Zorgverzekeraars zouden hier het voortouw moeten nemen en twee sporen moeten bewandelen; inkopen wat nodig is en wat kwalitatief hoogwaardig en verantwoord is.
Betaalbare zorg
Als we dit doen, is het afgelopen met het probleem van overbegrazing. We moeten ons dan wel realiseren dat het aantal aanbieders hierdoor flink gereduceerd wordt. Maar ja, wat willen we nu, ten onder gaan aan overbegrazing of toegankelijke, kwalitatief hoogwaardige en betaalbare zorg voor iedereen die dit echt nodig heeft?
Marian Kaljouw
Voorzitter Commissie Innovatie Zorgberoepen & Opleidingen Zorginstituut Nederland