Herstructurering van het sociale en zorgstelsel is een hot issue, dat de gemoederen danig bezighoudt in West-Europese landen. En wel vanwege kostenreductie en meer eigen verantwoordelijkheid en eigen regie bij de burger.
De landelijke overheden nemen daarin het voortouw en maken nieuwe wetten, waarbij dezelfde woorden terugkomen. Of je nu in Denemarken, Engeland, of Zweden komt, telkens worden de begrippen participatie, burgerinitiatief, demedicaliseren, zelfzorg, vereenvoudiging, innovatie en technologie genoemd.
Zorgen dat
Van transitie van geldstromen naar transformatie van het sociale en zorgdomein, dat is de slogan: van zorgen voor naar zorgen dat. Of zoals de Engelsen zeggen: van “what is the matter” naar “what matters you“?
Het gaat erom dat een zorgstelsel Europese burger in staat stelt veel meer zijn eigen leven te regisseren, tegen lagere maatschappelijke kosten. Zorgverleners en zorgwerkers in wijken worden geacht adviseur te worden. Dat dat veel vraagt van de burger en de professional moge duidelijk zijn. Nieuwe wetten moeten dit dus faciliteren.
Bewondering
In Nederland heeft dat geleid tot de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de Wet langdurige zorg (Wlz) en de Zorgverzekeringswet (Zvw). Drie domeinen met elke een eigen regievoerder en financiering: gemeente, zorgkantoor en zorgverzekeraar. Vanuit het buitenland kijkt men vol bewondering naar ons stelsel, terwijl wij er als burgers steeds minder waardering voor op kunnen brengen.
Eigenlijk is dat vreemd. Zeker als je het vergelijkt met Groot-Brittannië waar men al jaren zeer trots is op de National Health Service (zowat het laatste waar de Engelsman trots op is, lijkt wel). De uitwerking van het Britse stelsel kan maar beperkt tippen aan dat van ons, zo blijkt uit talloze onderzoeken.
Kosten voor gemeenten
Alle landen hebben dezelfde vragen. Zoals bijvoorbeeld wat te doen met de schotten tussen de domeinen. Een bekend gegeven is dat een goede sociale infrastructuur als resultaat heeft dat er minder een beroep gedaan wordt op de Wlz of Zvw. De kosten zijn echter voor de gemeenten, terwijl de winst valt bij de zorgverzekeraars.
Antwoorden zijn dan bijvoorbeeld moneymapping, of populatiegerichte bekostiging, zoals het in de Nederlandse beleidstukken genoemd wordt: het op een hoop gooien van verschillende budgetten in een bepaald omschreven gebied. En dat vraagt dat de beleidsbepalers van de drie wetten de koppen bij elkaar steken. Dat vraagt om leiderschap.
Dwarsliggen
Maar het is niet gemakkelijk omdat de nieuwe wetten in oude regels zijn gevat, die oud gedrag en perverse prikkels oproepen: partijen worden uitgedaagd dwars te liggen. Het zijn nu eenmaal de regels. Een voorbeeld daarvan zien we in de Wlz, waar de aanspraken zo nauwkeurig omschreven zijn dat er nauwelijks nieuwe initiatieven of zorg zoals de cliënt die wenst, mogelijk zijn.
Dit is tevens ook een voorbeeld van de tweeslachtigheid van de regelgeving. Het is een worsteling van de overheid. Enerzijds wordt de cliënt en burger in de lead gezet, anderzijds worden zoveel waarborgen ingebouwd ter bescherming van die burger. Met als resultaat dat de burger of cliënt geen regie voelt. En dat gevoel sluit aan bij de af brokkelende legitimatie van overheid en aanbieders in zorg en welzijn. Een dilemma dat niet gemakkelijk op te lossen is.
Burgerinitiatieven
Een mogelijk antwoord is burgerinitiatieven via de wet te faciliteren. Mooie voorbeelden daarvan zijn Wehelpen.nl, of mijnbuurtje.nl. In Groot-Brittannië is een mooi initiatief gestart: ‘Justaddspice’. Dit versterkt de sociale infrastructuur in stad of buurt. Zo kun je als buurtbewoners niet alleen een uur hulp ruilen, maar krijg je bijvoorbeeld ook korting geboden in de plaatselijke supermarkt of bios. Dat is niet opgenomen in de regelgeving. Maar wat zou het mooi zijn als een gemeente daar Wmo-geld in durfde te steken.
Ik sluit me graag aan bij de woorden van David Pearson, voorzitter van een samenwerkingsverband van eerste lijn, langdurige zorg en sociaalmaatschappelijk werk in Nottingham, die ik onlangs ontmoette: “Only leadership can make the acts working in accordance with the intentions, not the rules themselves”.
Er staat ons een mooie opdracht te wachten.