Wilna Wind van de NPCF uitte deze week haar zorgen over fusies in de zorg en het optreden van ACM. Haar conclusie dat fusies die niet in het belang van de patiënt zijn, moeten worden tegengegaan deel ik volledig. De rest van haar betoog kan ik helaas niet volgen.
Afgelopen vrijdag vond in de Tweede Kamer een rondetafelgesprek plaats onder de kop ‘Kwaliteit loont’. Aan de orde kwamen onder meer fusies in de zorg. Kort daarvoor was een (on)bedoeld rondzingend paper van de NZa aanleiding voor media aandacht en verwarring. Op Skipr.nl uitte Wilna Wind haar zorg over fusies en het optreden van ACM.
Angst voor ACM
Mevrouw Wind stelt dat de fusiegolf in de zorg voortkomt uit angst voor ACM. ACM zou samenwerking tussen zorgaanbieders niet toestaan, en daarmee partijen richting een fusie duwen. Dat is onjuist. ACM staat positief tegenover samenwerking die er op gericht is zorg beter aan te laten sluiten op de behoefte van de patiënt. Tijdens een recente landelijke rondgang in de zorg heeft ACM zorgaanbieders juist nadrukkelijk gewezen op de mogelijkheden van samenwerking.
Mevrouw Wind schetst verder een karikaturaal beeld van de fusietoets die ACM uitvoert. Anders dan zij beweert doet ACM bij elke fusie zorgvuldig onderzoek. Hierbij worden – naast zorgverzekeraars en andere ziekenhuizen in de regio – patiëntenraden nauw betrokken. Deze achterban van mevrouw Wind is in verreweg de meeste gevallen voorstander van de fusies die aan ACM worden voorgelegd. ACM beoordeelt of er voldoende alternatieven overblijven voor patiënten en of de fusie niet tot ongewenste prijsverhogingen leidt. Uiteindelijk is het aan ACM om de argumenten die door vertegenwoordigers van patiënten, zorgverzekeraars en ziekenhuizen worden ingebracht te toetsen en af te wegen tegen de overige beschikbare informatie, zoals gegevens over patiëntstromen en reistijden.
Prijsstijgingen
Dat fusies tot prijsstijgingen in de zorg hebben geleid is een onbewezen stelling. Het door mevrouw Wind aangehaalde NZa paper gaat over modelmatig berekende mogelijke prijsstijgingen. Op dit moment zijn er onvoldoende empirische aanwijzingen dat deze modellen goed aansluiten bij de werkelijkheid in de Nederlandse ziekenhuissector. Daarom vindt ACM deze modellen op dit moment onvoldoende bruikbaar om prijseffecten te voorspellen.
Feit is dat zorgaanbieders in veel gevallen kunnen fuseren zonder dat er mededingingsrechtelijk een probleem ontstaat. Waar dit wel zo is treedt ACM op. ACM heeft rond de tweehonderd fusiemeldingen in de zorg getoetst. In ongeveer 20 zaken heeft dat tot optreden geleid.
Onwenselijk
De essentie is wel dat wanneer zorgfusies om andere redenen door de politiek als onwenselijk worden beschouwd, daarover nadere duiding moet komen. Dit kan door meer specifieke invulling te geven aan de publieke belangen die het zorgstelsel beschermt. Gedacht kan worden aan regels over maximale reistijd of het minimum aantal beschikbare alternatieven in het zorgaanbod. De wetswijziging waarmee het markttoezicht in de zorg wordt overgeheveld van NZa naar ACM biedt kansen om dat goed te regelen.