Eerstelijnsdiagnostiek (ELD) speelt een belangrijke rol binnen de eerstelijnszorg. De eerstelijns diagnostische centra (EDC’s) zijn vaak minder zichtbaar. Terwijl EDC’s als geen ander de laagdrempelige ondersteuning van de huisarts en de patiënt centraal stellen.
Met fijnmazige afnamenetwerken voor de patiënt, adviezen aan eerstelijns zorgverleners over toe te passen diagnostiek en over de betekenis van uitslagen en de ontwikkeling van diagnostische testen conform de NHG-standaarden. Essentiële ondersteuning voor goede en verantwoorde zorg, maar voor verzekeraars lijkt vooral ‘onbekend is onbemind’ te gelden.
EDC’s zijn voortgekomen uit de voormalige huisartsenlaboratoria. Ze hebben zich ontwikkeld tot hoogtechnologische kenniscentra voor diagnostiek. De EDC’s bieden steeds meer mogelijkheden voor monitoring voor chronische patiënten die meer regie voor hun gezondheid willen nemen. Ondanks hun belangrijke rol staan de EDC’s sinds enkele jaren onder zware financiële druk. Ik schets hieronder graag de dilemma’s waar ze voor staan, maar zal eerst de context nog wat duiden.
Waar hebben we het over?
Het gaat bij ELD om diagnostische onderzoeken ter ondersteuning van eerstelijns zorgverleners; vooral voor huisartsen. Het scala van diagnostische onderzoeken is inmiddels erg breed: van klinisch chemisch en microbiologisch onderzoek, tot functie- en beeldvormend onderzoek. Meer en meer ligt de meerwaarde van de EDC’s in het adviseren van eerstelijns zorgverleners. Zowel over toe te passen diagnostiek als over de betekenis van uitslagen. Daarnaast spelen de EDC’s een belangrijke rol bij het invoeren van bruikbare innovaties die de eerstelijnszorg ondersteunen in hun toenemende rol.
Er zijn ook ziekenhuizen die eerstelijnsdiagnostiek leveren. Onder meer omdat het laboratorium ’toch draait’; door een grotere productie worden de kosten relatief gedrukt. Daarnaast speelt wellicht voor de ziekenhuizen het oude adagium ‘wie de diagnostiek heeft, heeft de patiënt’ ook nog een rol. Alleen, zonder echte kennis van de eerstelijns praktijk blijkt het lastig om huisartsen adequaat te adviseren. En over het algemeen beschikken de ziekenhuizen ook niet over een uitgebreid afnamenetwerk dichtbij de patiënt, of zelfs bij de patiënt thuis.
De belofte van innovatie
Er zijn weinig sectoren waar de innovatie zo snel gaat als in de diagnostiek. Dat geldt zowel voor de laboratoriumbepalingen zelf als voor de verwerking en het beschikbaar stellen van uitslagen aan huisartsen en aan patiënten. Zo kunnen huisartsen door Point-of-Care-Testen (PoCT) in hun eigen praktijk of op de huisartsenpost ter plekke snel bepalingen uitvoeren. De inzet van sensors en lab-on-a chip, en de ontwikkelingen in de ICT zullen de diagnostiek de komende jaren verder veranderen.
Waarom dan toch onder druk?
De basis voor de bekostiging is ondanks de veranderingen in rol en functie van ELD anno 2017 nog steeds de klassieke laboratoriumbepaling. Uit dat bekostigingssysteem moet alles uit bekos¬tigd worden. Dat knelt meer en meer.
Sinds 2011 wordt er nagedacht over een nieuwe, beter passende bekostiging van de ELD die recht doet aan de betekenis en meerwaarde van de ELD voor de zorg. De minister VWS en de NZa zien de meerwaarde en willen naar een nieuw systeem. De voortgang stokt al jaren. Het is technisch een lastig onderwerp. Daardoor is het waarschijnlijk een weinig populair onderwerp waar op de korte termijn weinig mee te winnen valt. Daarnaast zijn er grote belangen in het geding, bijvoorbeeld zoals die van ziekenhuizen.
Verzekeraars hebben grote moeite om het onderwerp in de breedte te doorgronden en lijken inkoop op prijs wel zo overzichtelijk te vinden. Men is dan ook met grote kracht op de tarieven gaan drukken. VGZ drukte hun positie de afgelopen zomer als volgt uit: “Er zijn nog geen faillissementen. Er zit dus nog lucht in.”
Het tekent de beperkte visie waarbij voorbij wordt gegaan aan de meerwaarde van ELD. Inmiddels voelen alle aanbieders van ELD zich gedwongen om hun aanbod te saneren. Met hangen en wurgen wordt een aanbod in stand gehouden. De vraag is hoe lang dat is vol te houden zonder dat de dienstverlening echt in het geding komt. De Britten hebben een toepasselijke uitdrukking “Penny wise pound foolish”.
We moeten dit zo niet willen. We zetten met elkaar in op versterking van de eerstelijnszorg, dit om zorg zo lang mogelijk en zo dichtbij de patiënt als mogelijk te kunnen organiseren. Een belangrijke ondersteunende functie als de eerstelijnsdiagnostiek zo onder druk zetten dient dat doel niet.
Directeur InEen, vereniging van eerstelijnsorganisaties