Op het gebied van ouderenzorg wordt ontzettend veel beleid gemaakt, maar helaas nog te weinig budget specifiek geoormerkt voor de extramurale zorg van kwetsbaren, bijvoorbeeld bij de huisarts. Dit terwijl financiering en gegevensuitwisseling het vaakst als belemmerende factor voor goede ouderenzorg worden genoemd.
In Nederland zijn 4 miljoen mensen 65+ (en van hen 750 duizend 80+), daarvan zijn er 95 procent thuiswonend. Van de 65-plussers heeft 70 procent 1 of meer chronische ziekten. De definitie van kwetsbaarheid vraagt om een multidisciplinaire zorgaanpak.
Het kernteam dat de zorg voor de kwetsbare oudere op zich neemt bestaat uit de huisarts, de praktijkverpleegkundige (of praktijkondersteuner) en wijkverpleegkundige. Met daarnaast op indicatie al heel snel (vaak) de specialist ouderengeneeskunde (SO), de apotheek, de ouderenadviseur voor de connectie met het sociale domein, fysio-ergotherapie en overige disciplines, bekend via een sociale kaart.
Geoormerkt budget
Onderzoekbureau Argo van de Rijksuniversiteit Groningen bracht onlangs een rapport uit over de stand van zaken rondom de multidisciplinaire zorg voor kwetsbare ouderen. Daarin geven de betrokken veldpartijen aan dat de onderlinge communicatie beter kan. Maar daarnaast liggen vier van de tien aanbevelingen aan landelijke partijen op financieel gebied. 14 zeer uiteenlopende samenwerkingsverbanden geven in het rapport aan dat zij een duurzame, langer lopende financiering voor de zorg van kwetsbare ouderen willen.
Toch zijn alle partijen er nog niet in geslaagd om volgends op de inhoud en beleid een adequate bekostigingssystematiek en financiering te regelen. Dit moet overigens centraal, en niet regionaal met de mythe van regionale bekostiging, worden geregeld, omdat kwetsbare ouderen ook over heel Nederland verspreid zijn.
Kortom, wat minder beleidsnota’s en wat meer geoormerkt budget op basis van kostprijs voor, dit keer, de extramurale zorg van kwetsbare ouderen. Hoopgevend is en blijft het gegeven dat in het rapport van Argo als belangrijkste succesfactor de persoonlijke betrokkenheid en enthousiasme van de participanten wordt genoemd. Helemaal nieuw is dat niet, al blijft het leuk om te lezen.
Huisarts N.P