Nu – na een proces van 24 jaar – met verevening de kosten voor verzekeraars na rato eerlijker worden verdeeld en een fors deel van de zorgkosten wordt geregeld via wetgeving van het Rijk, blijft er voor een onderling te rechtvaardigen verschil in de nominale premie, voor een concurrerende markt, amper ruimte over.
Zorgverzekeraars zijn binnen de Zvw (2006) verplicht om alle verzekerden te accepteren voor de basisverzekering en mogen niet variëren in de hoogte van de premie die aan verzekerden wordt gevraagd. Zonder aanvullend overheidsbeleid zouden zorgverzekeraars een prikkel tot selectie hebben van verzekerden met goede gezondheidsrisico’s. Ofwel, een prikkel om verzekerden met slechte gezondheidsrisico’s te weren.
Zorgverzekeraars die een relatief ongunstige verzekerdenportefeuille hebben, zouden zo gedwongen zijn om hogere nominale premies voor al hun verzekerden te vragen. Met een zelfversterkend effect, waarbij de betreffende zorgverzekeraar door zijn hoge nominale premie ook de verzekerden met de goede risico’s ziet overstappen naar de andere zorgverzekeraars. Waarmee het stelsel op termijn niet meer levensvatbaar is. Zorgverzekeraars worden daarom gecompenseerd voor verzekerden met relatief ongunstige gezondheidsrisico’s via het zogenaamde risicovereveningsysteem.
Verevenen met een bedrag per verzekerde betekent dus het compenseren van voorspelbare kostenverschillen. Voor goede verevening is van belang dat de kosten van alle chronisch zieken in een model zijn ondergebracht. Zodat elke verzekerde voor de verzekeraar financieel even aantrekkelijk is.
Slechts één zorgverzekeraar?
Nu – na een proces van 24 jaar – met verevening de kosten voor verzekeraars na rato eerlijker worden verdeeld en een fors deel van de zorgkosten wordt geregeld via wetgeving van het Rijk, blijft er voor een onderling te rechtvaardigen verschil in de nominale premie, voor een concurrerende markt, amper ruimte over.
Hoe perfecter de gewenste verevening is uitgevoerd, hoe minder binnen een solidair stelsel de noodzaak tot concurrentie en vervolgens hoe minder de noodzaak van meer dan één verzekeraar.
Natuurlijk kunnen verzekeraars zich nog altijd van elkaar onderscheiden ten opzichte van de concurrent door hun financiële reserves, hun opbrengsten beleggingen en nieuwe private investeringen (bij blokkade door Eerste Kamer van de Wet verbod op Winstuitkering) in te brengen voor een lagere eigen nominale premie. Maar echt een goed financieel fundament is dat voor de toekomst niet. En het rechtvaardigt zeker niet voor de basisverzekering de huidige 9 concerns met 25 zorgverzekeraars en hun 61 polissen (2016).
Patiëntenpopulatie
En als een kostenvergoeding op basis van de verzekerdenportefeuille goed en verantwoord is voor verzekeraars, dan is een kostenvergoeding op basis van de patiëntenpopulatie voor zorgverleners dat ook. Hierbij past niet de vaak genoemde, en ten onrechte geroemde, selectieve zorginkoop met prijsverschillen.
Het stelsel is voor allen solidair. En er kan bij een solidair stelsel nog steeds doelmatig(er) worden ingekocht. Maar er is geen selectieve solidariteit. Overigens kan er ook nu nog met elke zorginkoop, ook bij een goede verevening (een 100 procent sluitende ex-ante verevening zal niet haalbaar zijn), een ongewenste risicoselectie plaatsvinden.
Huisarts Z.P