De geldigheid en de betrouwbaarheid van de AD ziekenhuis Top100 laten te wensen over. Met de gebruikte indicatoren wordt de kwaliteit van zorg niet representatief gemeten. Bovendien kan op basis van de uitkomsten van een bepaald jaar géén goede voorspelling gedaan worden over de resultaten in een volgend jaar. En als de geldigheid en betrouwbaarheid van onderzoek gering is, is ook de waarde voor patiënten of ziekenhuizen gering, is mijn stelling.
Het AD-onderzoek 2017 kijkt onder meer naar het percentage patiënten dat een pijnmeting heeft gehad (hoe hoger, hoe beter). Daar zijn allerlei kanttekeningen bij te maken. Als eerste: een pijnmeting zegt op zichzelf nog niet dat (eventuele) pijn ook (adequaat) bestreden is (en dat is toch wat je zou willen). Verder kan een (herhaalde) pijnmeting ook als lastig en overbodig gezien worden door patiënten die geen of nauwelijks pijn ervaren. Dus waarom is dit dan betere zorg? Misschien is betere zorg wel dat je dat je bij sommige patiënten (met een hoog risico op pijn) vaker (tijdig) de pijn meet en (succesvol) bestrijdt, maar bij anderen juist niet. Ook: hoe betrouwbaar wordt dit door verschillende ziekenhuizen geregistreerd?
In 2016 gebruikte het AD-onderzoek ook nog een tweede indicator: het percentage patiënten met ernstige pijn (hoe lager, hoe beter). Het percentage patiënten met ernstige pijn lijkt mij allereerst het gevolg van het type en aard van de aandoening of ingreep. Met andere woorden: de patiëntpopulaties verschillen van ziekenhuis tot ziekenhuis. Doe je de ziekenhuizen recht wanneer je ze dan vergelijkt op deze indicator? Maar misschien nog belangrijker: In 2016 en 2017 gebruikt het AD dus verschillende indicatoren om ziekenhuizen te scoren op ‘pijn’. Zou het niet beter zijn om als indicator te nemen of de pijnstilling tijdig en effectief was? En die te blijven gebruiken?
Grote sprongen
Gemiddeld schuift elk ziekenhuis in elk nieuw AD-onderzoek 20 plaatsen omhoog of omlaag. Maar sommige ziekenhuizen maken nog veel grotere sprongen. Nij Smellinghe in Drachten stijgt van plaats 71 in 2016 naar plaats 4 in 2017, St Anna in Geldrop/Eindhoven stijgt van plaats 75 naar 9, en BovenIJ in Amsterdam gaat van plaats 66 naar plaats 10. Hoe aannemelijk is dat?
Als je nog verder teruggaat in de tijd wordt het soms nog gekker. Nij Smellinghe gaat van plaats 32 in 2014 naar plaats 3 in 2015, en vervolgens naar plaats 71 in 2016 om in 2017 te eindigen op plaats 4. Van middenmoter naar toppositie naar hekkensluiter naar opnieuw toppositie. Telkens binnen een jaar. Wie gelooft echt dat de kwaliteit van Nij Smellinghe zo wild heen en weer gaat? Bij de dalers zie je een soortgelijk -en eigenlijk onverklaarbaar- patroon.
Betrouwbare kwaliteit
Ik heb daarom ook dit jaar een lijst gemaakt met de beste ziekenhuizen, maar dan niet over één jaar, maar over de laatste 9 jaar (2009-2017). Patiënten en ziekenhuizen hebben niks aan een onbetrouwbare lijst. Patiënten en ziekenhuizen willen betrouwbare kwaliteit, dat wil zeggen ziekenhuizen die jarenlang goed scoren, hoe en wanneer de kwaliteit ook gemeten wordt.
In zekere zin bevestigde het winnende ziekenhuis van dit jaar -het Rivas Beatrix Ziekenhuis in Gorinchem- dit principe bij monde van directeur ziekenhuiszorg Anja Blonk: “Eén keer winnen was al mooi, maar de tweede keer is nog mooier”. Inderdaad.
Mijn lijst van ‘beste’ ziekenhuizen over de afgelopen 8 of 9 jaar varieert niet of nauwelijks. De beste 10 ziekenhuizen uit de periode 2009-2016 zijn dezelfde als uit de lijst 2009-2017. Enkele hebben van plaats gewisseld, maar ze staan allemaal nog in de top 10. Ter vergelijking heb ik ook de plaats op de ranglijst van 2017 als kolom toegevoegd.
De lijst met ‘slechtste’ ziekenhuizen uit de periode 2009-2017 is eveneens vrijwel ongewijzigd. Positief en opvallend is het St. Jans Gasthuis in Weert. Jaren geleden hekkensluiter, verkeert het nu al jaren bovenin de lijst. Ook dat mag gezegd worden!
Lector bij NCOI University en universitair docent bij Radboud Universiteit Nijmegen