Het nieuwe kabinet investeert in kwetsbare groepen, maar wil ook 100 miljoen euro bezuinigen binnen de ggz. Ondertussen zitten mantelzorgers klem tussen de wachtlijsten van de psychiater en de grenzen van wat de huisarts en de gemeente kunnen bieden.
Het kabinet roept op tot ‘Vertrouwen in de toekomst’, iets wat familie en naasten van mensen met ernstige psychiatrische problemen niet altijd meer kunnen opbrengen. Psychiatrische aandoeningen zijn vaak lastig behandelbaar. Goede en slechte perioden wisselen elkaar af. De patiënt is dan weer cliënt bij een ggz-instelling, dan weer cliënt-af en aangewezen op zorg van huisarts, basis-ggz of gemeentelijke instanties. Hoe houd je die situatie als naaste hanteerbaar? Het regeerakkoord biedt aanknopingspunten, maar er zijn ook risico’s.
Mantelzorgers
Positief is de grote aandacht voor kwetsbare groepen en de investering in mantelzorg- en cliëntondersteuning. Verder zet het kabinet in op integrale zorg voor ggz-cliënten buiten de instelling, toegang voor ggz-cliënten tot de Wet langdurige zorg en een beter vangnet voor mensen met verward gedrag. Allemaal zaken waar naasten in de ggz baat bij kunnen hebben.
De ambulantisering en de beweging van tweedelijnszorg naar de eerste lijn zet de komende jaren gewoon door. Tegelijkertijd moet een nieuw hoofdlijnenakkoord binnen de ggz leiden tot een bezuiniging van 100 miljoen. De vraag is hoe dit zich verhoudt tot de huidige wachtlijsten in de ggz.
De ambulantisering heeft geleid tot een versnelde afbouw van de opnamecapaciteit van instellingen, zonder dat er buiten de instelling voldoende zorgaanbod is. En door die beperkte opnamecapaciteit kunnen basis-ggz en huisartsen patiënten maar beperkt doorverwijzen naar een instelling. Mensen met psychiatrische problemen krijgen daardoor niet de zorg die ze nodig hebben. En ook hun naasten komen in een lastig parket, want die kunnen niet zeggen dat ‘er even geen capaciteit is’.
Participatie
Het kabinet zet de beweging door om mensen met psychiatrische problemen zo veel mogelijk mee te laten doen in de samenleving en stigmatisering tegen te gaan. Dit streven mag verbreed worden tot de naasten van cliënten. Meedoen betekent ook voorkomen dat er crisissituaties ontstaan, dat mensen voor gesloten deuren staan en van het kastje naar de muur worden gestuurd. Alleen dán kunnen naasten en mantelzorgers het volhouden. Want ook al zijn niet alle psychiatrische problemen behandelbaar, de situatie kan best hanteerbaar blijven.
Met het project Sociaal Domein werkt de LSFVP aan de beschikbaarheid van familievertrouwenswerk buiten de instellingen, dus in de basis-ggz, de huisartsenpraktijk en het gemeentelijk aanbod. De familievertrouwenspersoon kent de ggz en het zorgaanbod, helpt naasten betrokken te blijven bij de behandeling van de cliënt en geeft ze adviezen om zelf overeind te blijven. Want vertrouwen in de toekomst, dat verdient iedereen.
Peter van den Broek
Projectleider ‘Familievertrouwenswerk in het sociaal domein’ bij de Landelijke Stichting Familievertrouwenspersonen