De afgelopen tien jaar is Nederland in rap tempo veranderd van een verzorgingsstaat naar een participatiesamenleving. Deze beweging is gefundeerd op de bekende bezuinigingsoverwegingen, maar óók op idealistische motieven: het bevorderen van de zelfredzaamheid van de burger.
In het maatschappelijk functioneren heeft deze transformatie echter een zware wissel getrokken. Solidariteit, het fundament voor onze manier van samenleven, is vervangen door het geloof in zelfredzaamheid. Opleiding blijkt hierin het hoogste goed. Dat is namelijk niet enkel de basis voor inkomen, maar zelfs een vereiste voor de opbouw van een maatschappelijk netwerk. Inmiddels wordt ook duidelijk dat er een relatie bestaat tussen de mate waarin onderwijs is genoten versus de mate van gezondheid.
Dit maakt dat de van oudsher meest kwetsbare groepen in de samenleving nóg kwetsbaarder worden. Kwetsbare mensen hebben immers vaak een klein netwerk, hebben minder kans op vervolgonderwijs en daaruit volgend werk en de levensverwachting is in deze groep korter. Kim Putters, directeur van het Sociaal Cultureel Planbureau vat dit mooi samen: waar vroeger bezit en vermogen de waterscheiding vormden in de maatschappij (‘haves and have nots’) is dit nu het de mate van kennis en vaardigheden (‘cans versus cannots’).
Informele zorg
Wat betekent dit specifiek voor de zorg? Ook hier is deze beweging niet achtergebleven: de stelselwijzigingen in de kabinetten Rutte zijn hier een sprekend bewijs. Het grootste gedeelte van de geleverde zorg in Nederland bestaat uit informele zorg: vrijwillige zorg door familie, vrienden en buren en de minder vrijblijvende mantelzorg. Een goed sociaal netwerk is onontbeerlijk om als burger deze zorg goed te organiseren.
Slechts 20 procent van zorg wordt ingevuld door professionele zorgverleners. Deze professionele zorg is verdeeld in stevig gescheiden sectoren: ziekenhuizen, vvt, wijkzorg, ggz, gz en jeugdzorg. Hier begint de schoen echter te wringen. Want de burger wordt geacht regie te nemen, maar de weg vinden in dit systeem vraagt veel hen.
Kwetsbaar
De meest kwetsbare groepen in de samenleving maken het meest gebruik van zorg: deze zorgbehoefte is over het algemeen niet eenduidig en vraagt inzet van meerdere disciplines uit verschillende domeinen. Dit vereist dus maatwerk en samenwerking over de domeinen heen; iets wat de inrichting en financiering van ons zorgsysteem niet echt faciliteert.
Gevolg kan zijn dat de zorg waar men recht op heeft niet (voldoende) geleverd wordt omdat de burger domweg niet bekend is met het bestaan ervan, of niet in staat is om deze te bereiken. De kwetsbaarheid en gezondheidsproblemen worden hier niet minder van. In veel gevallen resulteert dit uiteindelijk in een ziekenhuis- of verpleeghuisopname… een zeer ongewenste situatie voor de cliënt en ook nog eens de duurste uitkomst is van een zorgproces.
Regie
De kosten voor de gezondheidszorg worden als onverantwoord hoog gezien, maar het terugdringen van die schadelast ligt niet alleen in systeemoplossingen. Er is veel winst te behalen als de overheid de hand zou reiken naar de kwetsbare groepen en hen helpt de regie te nemen, opdat zij niet van de regen in de drup komen. Het zou het maatschappelijk rendement en de positieve financiële effecten op de langere termijn, zeer ten goede komen.
Cor Calis
Partner Arteria Consulting