De ziekenhuissector als geheel is gezond, maar het lage niveau aan investeringen baart zorgen. Het gevaar van achterstallig onderhoud of verouderde huisvesting groeit. Dat kan vergroting van de effectiviteit en efficiëntie in de weg staan. Gelet op de krappe arbeidsmarkt is het bovendien bittere noodzaak om de arbeidsproductiviteit te verhogen. Er zal dus geïnvesteerd moeten worden. Maar hoe?
De context voor nieuwe investeringen is een hele andere dan pakweg tien jaar geleden. Ziekenhuizen zijn in het huidige stelsel volledig risicodragend voor alle investeringen. Daarbij zijn banken veel terughoudender geworden bij het verstrekken van financiering. Ook zijn de gedachten over wat goede zorg is en hoe deze moet worden aangeboden razendsnel aan het veranderen.
In samenhang hiermee is er de kwestie van de omvang en spreiding van de ziekenhuislocaties. Ons land telt momenteel 250 ziekenhuislocaties, buitenpoliklinieken meegerekend, met een totale waarde van 15 miljard euro (huisvesting, inventaris en apparatuur). Dergelijke bedragen onderstrepen dat een zogeheten green-field-benadering niet aan de orde is. De grote uitdaging is juist om optimaal gebruik te maken van deze bedrijfsmiddelen.
Krapte
De nu al knellende krapte op de arbeidsmarkt zal het meest prangende thema zijn voor de komende jaren. Naar verwachting zal deze krapte in tijden van hoogconjunctuur alleen maar toenemen. Met andere woorden, investeringen in bedrijfsmiddelen zijn nú nodig om de arbeidsproductiviteit zo spoedig mogelijk te vergroten. Een gunstig neveneffect van de huidige hoogconjunctuur is dat het mogelijk moet zijn hier financiering voor te vinden.
In informatietechnologie wordt al fors meer geïnvesteerd dan in het verleden. Dit betreft met name de implementatie van compleet nieuwe ziekenhuisinformatiesystemen. Nu is het zaak om gericht te investeren in die ICT-oplossingen die de arbeidsproductiviteit van het ziekenhuis verhogen.
Huisvesting
Voor de investeringen in huisvesting zal er een omslag zijn van volledig nieuwbouw naar steeds meer gefaseerd en adaptief bouwen. Adaptief bouwen is de kunst van het weglaten, met andere worden, bouw de basis duurzaam, kijk kritisch naar de noodzakelijke inrichting, houd deze zo beperkt mogelijk en leg de uitwerking hiervan zo laat mogelijk vast.
Welke investeringen ziekenhuizen ook doen, meer dan ooit moeten ze grip houden op de risico’s. Een zogeheten no regret-analyse kan uitkomst bieden. Hierbij beoordeel je in welke mate je ooit spijt zult krijgen van een investering. Een variant hiervan is dat je beoordeelt wat vijf jaar na realisatie de maximale schade kan zijn van de investering die je meestal voor 20 of 30 jaar doet.
Cyclus
Kort-cyclisch plannen is een ander instrument dat in de huidige context onontbeerlijk is. Een voorbeeld is het hanteren van een 4-jaars-cyclus, waarbij er aan het einde van iedere cyclus een nieuw ijkmoment is en bijsturingsmomenten zijn. In een cyclus van 4 jaar kan ook naar de investeringen in alle assets worden gekeken. Voor investeringen in ICT is een horizon van 4 jaar vaak het maximaal haalbare. Daarnaast kan op deze wijze ook een bepaalde mate van flexibiliteit in de financiering worden ingebouwd. Je verkleint zodoende het risico van een grote schadelast op een investering waar je niet meer onderuit kunt.
Misschien nog belangrijker dan adaptief vermogen en adequate beheersingsinstrumenten is de wil tot samenwerking. Investeringen in (ICT)-innovaties kunnen veel beter door meerdere ziekenhuizen samen worden opgepakt. Niet alleen wordt zo het risico gespreid, een dergelijke benadering weerspiegelt de nieuwe realiteit: zorg wordt steeds meer in ketens aangeboden. Wij investeren alleen in die systemen die ook in ketenverband duurzaam zijn en waar ook andere partijen bereid zijn om aan mee te investeren, zou in dit verband een passend uitgangspunt zijn. Dus we doen het per definitie nooit meer voor onszelf alleen.
Theofiel Jetten
Managing consultant