De verleiding om mijn eerste blog op deze site te wijden aan hemelbestormende ideeën is groot. Toch heb ik mij voorgenomen die neiging een beetje te onderdrukken. Grootse en meeslepende verhalen zijn mooi, maar lossen geen problemen op.
Over problemen gesproken. Zeker als het gaat om de zorg, worden in Den Haag al heel veel problemen benoemd. Zoveel problemen dat je weleens het idee krijgt dat de zorg in Nederland kommer en kwel is. Gelukkig is niets minder waar. De zorg is goed in ons land. Natuurlijk kunnen er dingen beter. Natuurlijk zijn er grote uitdagingen voor de toekomst. Daar ga ik op een later moment ook onvermijdelijk over schrijven. Als het mij even niet meer lukt die eerder genoemde neiging te onderdrukken.
Gehandicaptenzorg
Vandaag wil ik het hebben over een deel van de zorg waar we weinig over horen. De gehandicaptenzorg. Want ik ben van mening dat we heel trots mogen en zelfs moeten zijn op de gehandicaptenzorg in ons land. Je hoort er niet zoveel over. De meeste aandacht gaat naar ziekenhuizen, huisartsen, verpleeghuizen, de wijkverpleegkundigen of de ggz. Ook belangrijk. Maar daardoor zou je bijna vergeten dat er in stilte heel hard gewerkt wordt en er bijzondere dingen gebeuren.
Neem het kwaliteitskader dat men in de gehandicaptenzorg zelf ontwikkeld heeft. Dat stond niet op de voorpagina’s van de kranten. Maar het is wel heel belangrijk. Want de afspraken die daarin zijn gemaakt zijn van grote invloed op het leven van de mensen die deze zorg hun leven lang, dag in dag uit nodig hebben. Zodat zij hun leven niet om de zorg hoeven te organiseren, maar de zorg zich om hun leven organiseert.
Tijd en ruimte
Ik vind het belangrijk dat al die mensen die werken in de gehandicaptenzorg nu de tijd en ruimte krijgen om met het kwaliteitskader aan de slag te gaan. Daar moet ik mij als politicus vooral niet mee bemoeien. Wat ik, natuurlijk samen met mijn collega’s, wel moet doen is ervoor zorgen dat die ruimte er ook is. Dat we knelpunten die we zien niet alleen benoemen, maar ook oplossen.
Laat ik een voorbeeld noemen. De zorg voor kinderen met een beperking. Een beperking die dermate ernstig is dat je hoewel nog niet precies, maar wel zeker weet dat deze kinderen hun levenlang zorg nodig hebben. Voor het ene kind organiseren we die zorg nu via de Wet langdurige zorg (Wlz). Voor het andere kind via de Jeugdwet. Het systeem maakt natuurlijk niks uit, de zorg moet passend en goed zijn. Een Wlz-indicatie geven we voor onbepaalde tijd. Een Jeugdwet-indicatie in de meeste gevallen voor een jaar. Ouders zijn dan jaar op jaar genoodzaakt opnieuw aan te tonen dat hun zoon of dochter echt intensieve zorg nodig heeft.
Eenvoudiger
Dat moet toch eenvoudiger kunnen? Ik heb daarom de minister vorige week in het debat gevraagd of hij met gemeenten en het CIZ in gesprek wil gaan om te bezien hoe het eenvoudiger kan. Hij zegde dit toe en zal bij het verschijnen van het programma voor de gehandicaptenzorg ook ingaan op de resultaten van die gesprekken. Ik zal dit op de voet volgen.
Het oplossen van problemen, kan een groot verschil maken. Daar ga ik mee aan de slag.