Het huidige gebouw van de zorg is ingewikkeld en inefficiënt. Nieuwbouw is onvermijdelijk. Het bouwbestek? Het stelsel van straks is eenvoudig en gericht op maximale gezondheid en kwaliteit van leven. Het is gebouwd op een fundament van vertrouwen in de vakman en heeft glazen muren.
“Ik ben sceptisch over grote stelseldiscussies in de zorg”, zegt Hugo Keuzenkamp in een bericht op LinkedIn, waarin hij zich verkiesbaar stelt voor PvdA/GroenLinks in de Tweede Kamer. Hij is daarin niet de enige. Zijn partijgenoot Martin van Rijn, die als staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan de wieg stond van het huidige stelsel, ziet ook niets in een stelselreorganisatie. “Dat betekent ordeningsdiscussies die veel tijd in beslag nemen.” Keuzenkamp en Van Rijn argumenteren dat een stelseldiscussie afleidt van waar de aandacht nu naartoe moet. Voormalig zorgbestuurder Keuzenkamp noemt als aandachtspunten: de gezondheidsverschillen verkleinen, de kosten verlagen om de solidariteit te waarborgen en verduurzaming. Volgens Van Rijn, tegenwoordig voorzitter van Aedes, de koepel van woningcorporaties, moet de aandacht naar uitdagingen als meer zorgwoningen, preventie en meer samenwerking.
Renovatie
De argumentatie van Keuzenkamp en Van Rijn komt er in feite op neer dat het oude gebouw van het stelsel moet blijven staan en dat verbouwen voldoende is. Dit gebeurt al een tijdje. De laatste renovatie is nu nog in volle gang. Via het 2,6 miljard euro kostende Integraal Zorgakkoord (IZA) moeten spelers in zorg en welzijn in de regio meer gaan samenwerken en passende zorg gaan leveren. De vraag rijst: hoelang willen we dit bouwwerk blijven aanpassen aan de eisen van de tijd? Qua logistiek wordt het gebouw steeds ingewikkelder en inefficiënter, met diverse dependances en luchtbruggen. Daar komt bij dat we de uitgangspunten van het oorspronkelijke ontwerp steeds verder loslaten. We organiseren via het IZA samenwerking in een stelsel gebaseerd op marktwerking en concurrentie. We willen passende zorg, preventie en duurzaamheid in een stelsel dat tot productie prikkelt.
Innovatiezandbak
Bestuurder Jeroen van den Oever van Fundis was als jonge zorgverzekeringsdirecteur erg enthousiast over het huidige stelsel dat in 2006 het licht zag. Het sprak hem aan omdat het solidariteit mogelijk maakte met inzet van markt. Inmiddels vindt hij dat het stelsel niet meer goed werkt. Nu er schaarste heerst moeten zorgaanbieders en -professionals meer samenwerken en meer aan preventie doen. Maar de private verdelers van het geld, de zorgverzekeraars, moeten alles wegschrijven op individuele polissen. Dat lukt niet met wat niet direct is toe te schrijven aan een individuele verzekerde, bijvoorbeeld preventie. Bovendien staat de versnippering van het zorglandschap het broodnodige samenwerken in de weg.
Van den Oever zet nu zelfs vraagtekens bij marktwerking, omdat de keerzijde daarvan wantrouwen is. “Ik ben econoom. Dan ga je ervan uit dat iedereen vooral uit is op winstmaximalisatie. Dat betekent dat je moet controleren. Als je dat wantrouwen wilt bestrijden, moet je bereid zijn het marktdenken los te laten, hoewel ik vind dat je dat niet overal hoeft te doen.” Van den Oever pleit voor experimenten met blauwe zones waar het oude stelsel niet geldt. Hij ziet een soort innovatiezandbak voor zich waar spelers dankzij populatiefinanciering de ruimte krijgen om alle problemen rond welzijn, zorg en wonen integraal als gemeenschap op te lossen. Zelfs een basisinkomen is voor Van den Oever geen taboe.
Drastische keuzes
De druk om de zorg te veranderen is sterk toegenomen nadat de Wetenschappelijk Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) in 2021 het rapport Kiezen voor houdbare zorg uitbracht. Hierin staat een oproep tot drastische keuzes vanwege de dreigende schaarste van mensen en middelen voor de zorg. Waarvoor we gaan kiezen lijkt eigenlijk al vrij duidelijk: passende zorg. Dit betekent dat veel niet-bewezen ingrepen afvallen en dat het efficiënter en duurzamer moet. Ook zullen we meer aan preventie moeten doen.
Het zijn nu juist zaken waar het huidige stelsel slecht in is. Dit komt doordat het is ontworpen toen het markt- en managementdenken hoogtij vierde. Dit denken stuwt welvaartsgroei door productie. Het maakt daarbij niet of nauwelijks onderscheid tussen wat maatschappelijk bijdraagt en wat niet. Het laat alles groeien, ook als dat vervuilend en verspillend is, met alle ongezonde en inefficiënte kanten van dien.
In de zorg en aan de zorg
In dit stelsel gaat te veel geld naar ‘aan de zorg’ en te weinig naar ‘in de zorg’, vindt Marjet Veldhuis. Zij heeft in het boek Heilige Zorghuisjes de 115 miljard euro aan zorguitgaven op een rij gezet. Onder ‘aan de zorg’ verstaat ze alles wat we uitgeven aan het apparaat voor verzekeren, controle en kennis. Samen met zorginfluencers deed zij in een ‘Zorgtroonrede’ een oproep om dit aandeel ‘aan de zorg’ te verkleinen. Zo kan de overheid bezuinigingen ‘in de zorg’ vanwege schaarste uitstellen en ondertussen een nieuw stelsel ontwikkelen dat zich meer op preventie richt.
Ook ‘in de zorg’ gaat het geld overigens niet per definitie naar waar dit het hardste nodig is. Het op productie gerichte design maakt zorg steeds duurder, terwijl de gezondheidswinst niet of nauwelijks toeneemt. Een analyse van twintig jaar ziekenhuiszorg door Pierre de Winter in de vorige Skipr quarterly liet dit mooi zien. Groei van de zorg vindt plaats op plekken waar de maatschappij dat nu niet echt nodig heeft. Het kapitaal stroomt met name naar de plaatsen waar de meest complexe, medische zorg wordt geleverd. Dit gaat ten koste van de ‘basiszorg’ die in potentie veel meer gezondheidswinst oplevert, onder meer omdat die preventief kan werken. Maar die basiszorg kraakt in zijn voegen door een immense productiedruk.
Jeroen van den Oever pleit voor experimenten met blauwe zones waar het oude stelsel niet geldt
Gezondheidswinst
In een nieuw stelsel moeten we af van het sturen op zoveel mogelijk productie tegen zo laag mogelijke kosten. In plaats daarvan moeten we ons gaan richten op maximale winst in termen van gezondheid en kwaliteit van leven, vindt TU Twente-hoogleraar Reumatologie Mart van de Laar. Hij is verbonden aan het Linnean Initiatief, een onafhankelijk netwerk dat nadenkt over de toekomst van het zorgstelsel. Van de Laar vindt dat we moeten stoppen met het ‘pleisters plakken’, zoals met het IZA. Hoewel hij de uitgangspunten van dat 2,8 miljard euro kostende akkoord best oké vindt, verwacht hij er weinig van. Dat komt omdat het niets verandert aan de bekostiging of de verhoudingen tussen de partijen. “Iedereen in dit huidige stelsel stuurt op productie en kosten. Samenwerken, zoals het IZA bepleit, is nagenoeg onmogelijk. Het is voor iedere partij het meest efficiënt om gewoon je eigen ding te doen. Samenwerken vereist overleg en afstemmen met andere zorgverleners. Dat wordt niet betaald.” Hoe het stelsel van straks er uit moet zien, kan Van de Laar nog niet precies zeggen. Hij weet wel aan welke voorwaarden het moet voldoen. Het moet prikkelen tot keuzes die het meeste bijdragen aan gezondheid en kwaliteit van leven in populaties. Ook is in het nieuwe stelsel informatie over zorguitkomsten ingebouwd. Van de Laar: “Dat zou de kwaliteit van zorg vergaand kunnen verbeteren. Als professionals spiegelinformatie krijgen, gaan ze hun praktijk meteen aanpassen. Ze verbeteren hun behandelingen of stoppen er zelfs mee.”
Stelsel opheffen
Interim-zorgbestuurder en emeritus-hoogleraar gezondheidsmanagement Jaap van den Heuvel is een stuk stelliger dan Van de Laar. Hij pleit voor een drastische keuze. “Ik vind dat we het stelsel moeten opheffen.” Hij ergert zich aan politici die vinden dat de energie niet in stelselverandering moet zitten. “Het systeem zelf kost veel meer energie, alleen niet van politici, maar van zorgprofessionals.” De grote boosdoener is volgens Van den Heuvel de diagnose-behandelcombinatie (dbc). Hij vindt dit middel om zorg te declareren fout omdat het een slechte representatie van de werkelijk geleverde zorg is en tot productie prikkelt. “Nog belangrijker is dat dbc’s niet doen wat we willen: het zorgwerk passender maken. Een dokter die dingen simpeler, zuiniger of duurzamer doet, krijgt het deksel op zijn neus. Wie een stap uit de dbc haalt, is die dbc kwijt.” Van den Heuvel illustreert dit met een ervaring als bestuurder bij het Rode Kruis Ziekenhuis in Beverwijk. “Wij hadden een app ontwikkeld voor longpatiënten die bezoekjes aan het ziekenhuis voorkwam. het scheelde een kwart van de opnames. Het gaf ons lucht om andere dingen te doen die we daarvoor niet konden. Maar de verzekeraar steunde ons niet. Die stelde het zien van mensen in het ziekenhuis als voorwaarde voor vergoeding, omdat dit in de dbc stond. Het schrijnende is dat dit stelsel juist de mensen die het zuinig aan doen straft. Als een arts ervoor zorgt dat mensen minder vaak bij hem of haar langskomen – dat zie je vooral bij artsen die in loondienst zijn en meer op patiënten en minder op omzet gericht zijn – gaan de tarieven omlaag. De dbc frustreert innovatie en leidt tot een enorme registratielast.”
Van den Heuvel pleit voor een stelsel dat aanneemsommen (huisartsen) of populatiebekostiging (ziekenhuizen) combineert met benchmarking. Bij een populatiebekostiging of abonnementstarief krijgt de zorgaanbieder een vast bedrag per patiënt met een variatie voor leeftijd en sociale status. De kwaliteit wordt bewaakt en verhoogd door de zorg te vergelijken met andere beroepsbeoefenaren. Zorgverzekeraar DSW werkt al met aanneemsommen voor huisartsen en benchmarking. “Op basis van data vergelijken ze artsen en geven adviezen. Daar luisteren zorgprofessionals bijna altijd naar; ze willen het heel erg graag goed doen.” Volgens Van den Heuvel is naast vertrouwen in vakmensen transparantie van uitkomsten de sleutel tot succes van een nieuw stelsel. “Laten we van de gekunstelde werkelijkheid van dbc’s naar de echte werkelijkheid van data gaan. Je hebt nu zulke goeie computers dat je de gefragmenteerde werkelijkheid niet meer in dbc-malletjes hoeft te persen. De meeste dokters hebben een net elektronisch patiëntendossier. Op basis daarvan kun je zorgpaden reconstrueren en vergelijken. Als je de dbc’s zo overbodig maakt, ben je ook af van het verantwoordingscircus. Die tijd kan naar verbeteren.”
Vakkennis als fundament
Vertrouwen in vakmensen en kennis delen zijn ook bouwstenen waar directeur van Buurtzorg Jos de Blok mee wil werken. Hij ziet een door vakkennis gedreven en op uitkomsten gericht model als het meest effectief. “Alles begint bij vakmensen. Zij creëren de oplossingen die we nodig hebben.” Daar moeten ze wel – anders dan in het huidige overgeprotocolleerde stelsel – ruimte voor krijgen. “Oplossingen creëren is een ambachtelijk proces, waarbij de vertrouwensrelatie met de cliënt een belangrijke rol speelt.” Hij neemt ouderen met dementie als voorbeeld. Het zou goed zijn als we de familie meer bij deze zorg betrekken. De Blok: “De vraag voor de verpleegkundige is: hoe krijg ik een familie zover dat ze zelf met ondersteuning een bijdrage aan de zorg van hun ouders willen leveren? Terwijl de kinderen dit niet als druk voelen maar als een manier om van betekenis te kunnen zijn. Dat lukt niet in een stelsel waarbij we mensen als kostenpost zien en de opleiding jou niets leert over zulke ondersteuning.”
Ook De Blok benadrukt het belang van kennis delen en het verbeteren van uitkomsten. Hij wijst erop dat het vroeger normaal was dat huisartsen kennis deelden door casussen te bespreken. “Die overdracht van vaak impliciete kennis is bijna tot een nulpunt gedaald, omdat het niet in het belang van meer productie is.” Bij Buurtzorg ervaart hij het nut van spiegelgesprekken. Daardoor is volgens hem het aantal uren per cliënt met 40 procent gedaald. “Wij maken elk jaar minder uren zorg per cliënt. We zijn van 108 uur in 2014 naar 72 nu gegaan. Dat komt doordat onze verpleegkundigen zijn gaan nadenken: wat kan ik anders doen? Daardoor voelen families zich beter ondersteund of leren cliënten sneller zelf weer dingen te doen. Dit kan ook in andere takken van zorg. Daar zou je even goed 30 tot 40 procent naar beneden kunnen in kosten.”
De Blok zou ook graag iets veranderen aan de enorme versnippering en fragmentatie die de afgelopen decennia is ontstaan. “Je ziet een explosie van zorgprofessionals. In de gemeente Elst werkte ik vroeger met elf collega’s. Daar deden we de jeugdgezondheidszorg, preventie en wijkverpleging mee. In diezelfde gemeente, die weliswaar gegroeid is, werken in diezelfde rollen nu 120 professionals. Het tienvoudige! Je hebt er bijvoorbeeld alleen al zes psychologenpraktijken.” De Blok vindt dat we oplossingen nu te vaak zoeken in de zorg in plaats van de samenleving. “Jonge mensen die een kind krijgen waar wat mee is, denken dat ze naar een specialist moeten in plaats van naar hun moeder. Terwijl die de meeste ervaring heeft in opvoeden van kinderen.”
De directeur van Buurtzorg wil graag terug naar de maatschappelijke gezondheidszorg van de jaren tachtig van de vorige eeuw. “We moeten nadenken over hoe we dingen weer combineren en integreren. Als dat lukt hebben we minder mensen nodig en krijgen we andere uitkomsten. Je moet daarbij de buurt als uitgangspunt nemen en niet, zoals het IZA doet, een regio met 150 partijen. Die maatschappelijke gezondheidszorg op buurtniveau zou zich kunnen vertalen in een kern van samenwerkende professionals: een maatschappelijk werker, huisarts, ggz jeugdzorg en een wijkverpleegkunde.” De Blok denkt dat we het beste stapsgewijs kunnen veranderen, met het delen van de beste vakpraktijken als basis. “Als zorgprofessionals zo gaan samenwerken voelen de daaruit voortvloeiende veranderingen logisch. Dat werkt beter dan ze onder druk zetten om het op een andere manier te doen.”
Omgekeerde vlaggen
Het verlanglijstje voor de zorg – meer preventie, minder gezondheidsverschillen, minder bureaucratie, kostenbeteugeling, duurzamer – vraagt om forse ingrepen in het stelsel. Dit kan niet zonder dat het pijn doet. Veranderingen kunnen ingrijpende gevolgen hebben voor bestaande spelers: omzetverlies of zelfs het opheffen van organisaties of specialismen. Mogelijk verklaart dat deels de terughoudendheid van politici om het stelsel om te gooien. Zij zitten er niet op te wachten dat, na de boeren, zorgprofessionals die zich in hun bestaan bedreigd voelen en de vlag omgekeerd ophangen. Verschil met de agrarische sector is dat het met de huidige schaarste in de zorg relatief gemakkelijk is om jezelf opnieuw uit te vinden. Misschien is dit dus juist hét moment om het stelsel opnieuw van de grond af op te bouwen.
——————
Tienpuntenplan Jaap van den Heuvel
1 Schaf dbc’s af en geef vertrouwen terug
Stop met dbc’s en geef zorginstellingen een jaarlijks vast budget. Laat zorgverleners in hun elektronische patiëntendossier alleen nog feitelijk verrichte zorgactiviteiten registreren.
2 Beperk de bureaucratie
Naast de dbc-registratie kent de zorg over de volle breedte nog veel meer bureaucratie. Laten we ook die sterk beperken.
3 Ontwikkel één patiëntendossier
Eén patiëntendossier kan de communicatie tussen zorgverleners enorm verbeteren, reduceert dubbelwerk, zorgt voor een snelle afstemming tussen zorgverleners en voorkomt fouten.
4 Standaardiseer de zorg
Om het zorgsysteem kwalitatief goed en betaalbaar te houden zijn landelijke standaarden essentieel. Maak die met zorgprofessionals op basis van consensus over passende zorg volgens de laatste stand van de wetenschap, ervaringskennis en intuïtie.
5 ‘Bekrachtig’ de burger
Zet één landelijke website op voor antwoorden op vragen over gezondheid en ziekte en de bevordering van een goede leefstijl.
6 Versterk de eerste lijn
Maak gemeentes verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen en exploiteren van eerstelijns gezondheidscentra, met huisartsen wijkverpleegkundigen, eerstelijnspsychologen, diëtisten, maatschappelijk werk, verloskundigen en medisch specialisten.
7 Voorkomen is beter dan genezen
Preventie begint met iedereen een dak boven zijn hoofd, een plekje in de maatschappij en elke dag gezond eten. Vervolgens moeten gezonde keuzes voor de hand liggende, betaalbare keuzes worden. Tot slot dienen enkele zaken zoals roken en alcohol verboden te worden of extreem belast.
8 Heroverweeg zorgverzekeren
Evalueer de toegevoegde waarde van zorgverzekeraars.
9 Laat het zorgsysteem werken
Laat het zorgsysteem zijn eigen weg vinden. Een klein zelfstandig bestuursorgaan (zbo) kan het continu verbeteren faciliteren en stimuleren door prestaties te benchmarken en best practices te verspreiden. Ook kan deze zbo jaarlijks de vaste budgetten herijken.
10 Reframe de wijziging van het systeem
Er rust in den Haag een groot taboe op praten over systeemwijziging. Noem het daarom stoppen met het systeem!
——————-
Transitieplan Buurtzorg
Met het Integraal Zorgakkoord (IZA) wil de overheid de zorg toegankelijk, kwalitatief goed en betaalbaar houden. Het kabinet heeft 2,8 miljard euro aan middelen vrijgemaakt voor initiatieven die de zorg bijvoorbeeld beter organiseren. Partijen uit het veld worden aangemoedigd om hiervoor voorstellen te doen.
Buurtzorg heeft een eigen transitieplan gemaakt. Het idee daarvan is om “terug te gaan naar gezondheidszorg waarin het maatschappelijk belang weer prevaleert”. Het plan gaat uit van kleinschaligheid op buurtniveau – de buurt als ecosysteem voor maatschappelijke gezondheidszorg. De organisatie mikt op een transitie in honderd buurten de komende drie jaar, om daarna in vijf jaar door te groeien naar duizend buurten. Dat wil ze doen met generieke oplossingen die ook in andere regio’s en bij andere organisaties gemakkelijk kunnen worden toegepast.
De ambitie is om in de praktijk aan te tonen dat het anders kan. Voorwaarde is wel dat Buurtzorg daarbij geen rekening hoeft te houden met bestaande structuren en betaaltitels. Zo moet een blauwdruk ontstaan voor de maatschappelijke gezondheidszorg van Nederland in 2040.
Executive seminar Samenwerken of concurreren
Het zorgstelsel in een breder perspectief
30 november 2023, Utrecht
Yiannis.
In 1991-1992 was ik beleidsmedewerker bij een koepel van particuliere zorgverzekeraars. Ik heb toen van dichtbij mogen meemaken waarom het ‘Hoe en Waarom’ van het huidige stelsel is zoals het is. De redenen en belangen zitten heel anders in elkaar dan wat ook in dit verder uitstekende artikel genoemd worden. Em ‘marktwerking’ is slechts een rookgordijn om de werkelijk redenen en belangen te verhullen. Hou daar dus mee op. Zie hiervoor: https://beroepseer.nl/blogs/waarom-ons-zorgverzekeringsstelsel-onnodig-duur-is-ruil-het-in-voor-de-slimheidsolidaire-zorgverzekeraar-3-0/
john_van_meurs
Hoogervorsts-zorgmodel is sleets geworden
Opvallend is hoe weinig het bij de komende verkiezingen over zorg gaat, terwijl de zorg een van de grootste uitgaveposten van de overheid is. Minister Hoogervorst VVD (2003-2007) heeft ons huidige zorgsysteem vormgegeven. Zijn interventies waren aanvankelijk doelmatig. De wachtlijsten verdwenen en we kochten medicijnen goedkoper in. Maar de wachtlijsten zijn terug en de medicijnfabrikanten laten Nederland liever links liggen omdat ze elders beter kunnen verdienen.
De sleutel in het zorgmodel van Hoogervorst was het begrip DBC (diagnose behandel combinatie). Het idee was dat wanneer een patiënt in het ziekenhuis komt je al snel kan vaststellen wat de kwaal (diagnose) is en dat je vervolgens een behandelplan kan opstellen. De grote truc was dat je voor dergelijke DBC’s vaste prijzen kon bepalen en dat je die prijzen via een markt/concurrentie mechanisme kon vaststellen. Daarover onderhandelen de zorgverzekeraars nu jaarlijks met de zorgverleners.
Duidelijk is geworden dat marktwerking in de zorg steeds minder goed past bij de problemen in de zorg. Bij een structureel tekort zoals nu aan zorgpersoneel dan heeft het marktmechanisme heel vervelende consequenties. Dat treedt ook op bij een structureel tekort aan woningen of bij voedseltekort tijdens een calamiteit. Dan zijn het de woekeraars die grof geld weten te verdienen.
De overheid probeert nu manmoedig de uitwassen van de markt in de zorg te verzachten. Maar het probleem van het Hoogervorst zorgmodel ligt dieper. Voor de overgrote meerderheid van de bevolking (ongeveer 90%) past het DBC model, maar tweederde van de zorgkosten worden gemaakt voor de chronisch zieken en ouderen. En voor hen past het op productie gerichte model van Hoogervorst niet.
Voor het grootste deel van de zorg past een model gericht op instandhouding. Hier past veel beter het oude woord bekommeren. Onder dit begrip vallen werkwoorden als: voorkomen, uitstellen, verminderen, gevolgen beperken. In grote delen van de zorg handelen we al vanuit een model van instandhouding. Boris van der Ham (NRC, 23 augustus 2023) spreekt over waakvlam zorg voor de GGZ.
Recente ontwikkelingen in de zorg waarbij patiënten al wel uit het ziekenhuis ontslagen worden, maar nog gedurende langere tijd bewaakt worden (Economist, 2 november 2023) passen ook in dit beeld.
De oorzaak voor dit foutieve beeld van de zorg ligt naar mijn oordeel dieper en is historisch te herleiden. De Noor Fjeldstad heeft laten zien dat het productie paradigma niet het enige bruikbare paradigma is voor organisaties. Bij het beheer van het wegennet past een productie paradigma niet. Christensen (Harvard) schreef het boek The Innovators Prescription (2008) tendele gebaseerd op de ideeën van Fjeldstad waarbij hij liet zien dat ook delen van de zorg wel met een productie paradigma konden worden gemodelleerd. Die ideeën hebben de basis gevormd voor het productie paradigma van onze huidige zorg en dat leidt weer tot overdreven controle en concurrentie en dat staat samenwerking en vertrouwen in de medewerkers in de weg.
Bij instandhouden past ook zeer wel het begrip infrastructuur. Door meer nadruk te leggen op de zorginfrastructuur kan de zorg ook doelmatiger worden. De ambulances en de spoed eisende hulp moeten er ook zijn wanneer ze even niet nodig zijn net als de politie en de brandweer. Hier past een model van concurrentie en marktwerking niet. Het gaat om samenwerking en onderling vertrouwen. Wanneer we door anders te denken de administratieve last van de zorgprofessionals kunnen verminderen dan hebben ze meer tijd voor de patiënt en ook meer arbeidsvreugde. In de regio is het zinvol om als zorginfrastructuur de huisartsenpost buiten kantooruren samen te voegen met de spoed eisende hulp van het lokale ziekenhuis, zoals in Assen.
Zeker in de ouderenzorg zoekt men naar innovatieve oplossing zoals bij “domein overschrijdende samenwerking” of gepersonaliseerde preventie, maar de aansturing vanuit de overheid en de zorgverzekeraars staan deze innovaties in de weg. Het zijn de schotten als gevolg van het achterhaalde productie paradigma zoals tussen WMO, WLZ en ZvW die de arbeidsvreugde van de medewerkers aantasten, die het doelmatig inzetten van zorgcapaciteit verhinderen (denk aan respijtbedden) en die de oplopende kosten verergeren.
Een oplossing voor de problemen is niet eenvoudig. Het systeem is te complex geworden om te beginnen bij de financiering. IZA met een regionaal focus is een eerste stap in de goede richting maar de beperking tot de acutezorg leidt tot een onvoldragen beeld. Belanrijk is zich te realiseren dat oplossingen in de ene regio niet direkt past binnen een andere. Delfzijl vereist echt een andere inrichting van de zorg, dan Amsterdam West. Maar het dominante denken in het productie paradigma van Hoogervorst is echt achterhaalt.
John van Meurs, bestuurslid van het ontmoetingsplein voor ouderen, ’t Clockhuys Plein, Haren
Jaap van den Heuvel
Geweldige compilatie Joost. Complimenten. Goed getimed ook zo voor de verkiezingen.
Mauk van Heemstra / Society 4.0
Nog 3 tandjes daarbij:
1/ 40% van de zorgkosten gaan op aan bureaucratie, waarvan het merendeel uit wantrouwen voor controle is, terwijl de meeste mensen deugen: maak daar 10% effectieve bureaucratie van en wij kunnen een dikke 30 mrd per jaar meer aan zorgkosten uitgeven. (Reken ik goed Jeroen?)
2/ Wij blijven spreken over preventie in de zorg. Maar preventie is gerelateerd verminderen van zorgkosten. Waar het om zou moeten gaan, zoals Machteld Huber ook bedoelt: vanaf de geboorte een mens helpen ontwikkelen op basis van talenten en kwaliteiten (Ikigai). Dan blijft deze gezonder en gelukkiger en levert meer waarde aan de maatschappij, omdat deze doet waarin deze goed is; dus beter dan degenen die werken (en overspannen raken van) waar niet hun talenten in zitten. Dit levert dus voor dezelfde kosten meer waarde en kwaliteit op én meer gezondheid. Jeroen wil jij hier nog een waarde-indicatie aan toevoegen? Ik vermoed op termijn 40% zorgkosten-besparing en 30% waardeverhoging….
3/ Vanuit holisme (ook weer Machteld Huber), kijk je vanuit de hele mens naar een ondersteuningsbehoefte, in plaats van te compartimenten naar deelproblemen, wat bewustzijnsvernauwing is, waarop de huidige financiering is ingericht. (Zoals Jos de Blok die heeft doorbroken door te stoppen met steunkousen-tijdsverantwoording).
Met deze 3 tandjes erbij krijgen wij een gelukkiger mensheid voor een fractie van de zorgkosten, en kan dat als exportproduct naar de rest van de wereld worden ingezet (in concurrentie met Scandinavië), waarmee wij als dominee en handelsmens Nederland weer mondiaal kunnen inzetten!
hmcmanagement
Adembenemend zijn de vele analyses en de talloze oplossingsvoorstellen. Ook de geëtaleerde talenten om al hetgeen in de afgelopen tientallen jaren al is beschreven aan problemen en de oplossingen ervan (de rapporten vullen mijn bibliotheek meer dan mij lief is) wekken bewondering. Maar, tot nu toe niets nieuws onder de zon. Geen enkel vertoon van besef dat het in de greep houden van de ontwikkeling van de kosten van de levering van producten (lees: diensten en goederen) op het gebied van welzijn en zorg een vraagstuk van beheersing en beheer is dat geen enkel bestuurlijk stelsel aankan. Immers, het is de menselijke aard om behoudens uitzonderingen, veeleer te reageren dan te ageren. Ja, er zijn voorbeelden van mooie oplossingen en pilots in kleine kring echter, zodra wordt overgestapt naar een groter verband treedt de versplintering op. Met kleine stapjes voorwaarts op basis van resultatenbewijs zal nog wel gaan maar meer dan dat vergeet het maar. Met ruim 40 jaar ervaring in adviserende, besturende en toezichthoudende functies in vooral de eerstelijnszorg ben ik in toenemende mate van mening dat bestuurlijke bescheidenheid een eerste vereiste is alvorens weer een grootscheepse veranderslag in te gaan. De foodsector is vaak belangrijker voor een gezonde bevolking dan de zorgsector.
Hans Hof, HealtcareManagementConsultancy, Profs4Zorg, 15-11-2023
Mauk van Heemstra / Society 4.0
Hans, lees Society 4.0 en lees hoezeer je gelijk krijgt. Niemand gaat centraal het stelsel omver werpen. Toenemend ontstaan regionaal eigen initiatieven buiten het stelsel die aan gaan tonen hoeveel beter dat is dan het stelsel, dat dan vanzelf inzakt.
Het zou alleen mooi zijn als degenen die wel in de buurt van dat centrale stelsel zitten deze transitie naar regionaal oplossen zouden ondersteunen ipv te blijven denken dat zij het centraal moeten oplossen.