Het aantal mensen dat niet werkt vanwege zorg voor anderen, is de afgelopen vijf jaar constant gebleven op 223.000. Het gaat daarbij vrijwel altijd om vrouwen: 211.000 zijn vrouw, 12.000 man.
Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Daarmee stokt de daling die zich sinds 2008 had ingezet: tussen 2008 en 2013 daalde het aantal mensen dat niet ging werkte vanwege zorgtaken fors: van 312.000 tot 223.000.
Combinatie zorg en werk
Deze mantelzorgers geven aan graag te willen werken, maar zeggen dat niet te kunnen door hun zorg voor anderen. Zij geven aan dat de combinatie van zorg en arbeid een te grote druk geeft, dat ze geen geschikte betaalde kinderopvang kunnen vinden of dat schooltijden niet goed aansluiten.
De zorg voor een gezin of huishouden kan ook een reden zijn voor (deeltijd)werkenden om niet meer uren te werken, terwijl ze dat wel willen. Met 27.000 personen is het een relatief kleine groep die dit aangeeft. Zorgredenen worden vaker genoemd door vrouwen dan door mannen (19 procent en 7 procent).
Onderwijsniveau
De belangrijkste beweegreden vanwege zorgtaken niet meer uren te gaan werken verschilt per onderwijsniveau. Laagopgeleiden noemen het vaakst dat de schooltijden niet aansluiten. Voor middelbaar- en hoog-opgeleiden is de druk om zorg en werk te combineren vaker doorslaggevend.