80 miljoen
De beschikbare 80 miljoen is gebaseerd op een “inventarisatie van het veld”, schrijft Van Ark de Tweede Kamer op 13 april. Daarom liet ze onderzoeken waarom nog niet de helft van dat bedrag is aangesproken.
Tijd
De belangrijkste belemmering is “de factor tijd”. “Een aantal organisaties heeft aangegeven dat de investering in tijd en moeite niet opweegt tegen de subsidiabele periode”, aldus Van Ark. Eén maand voor het aanvragen en werven van nieuw en tijdelijk personeel was voor veel organisaties niet rendabel.
Geen behoefte aan tijdelijk personeel
Zorgaanbieders geven tevens aan dat ze geen gebruik maken van de subsidie omdat ze geen behoefte hebben aan tijdelijk, ongeschoold personeel.
De contracten die gesubsidieerd werden, moesten van minimaal 2 en maximaal 6 maanden duren. Het ging om functies die onder normale omstandigheden niet beschikbaar zijn. Dat betreft banen als: gastheren/gastvrouwen, zorgbuddies, welzijnsassistenten of ondersteuners veiligheid. Ook moesten deze banen ingevuld worden door nieuwe medewerkers.
Dat zijn niet de mensen die zorgorganisaties nu nodig hebben. Van Ark constateert dat zorgorganisaties aanlopen tegen de grenzen van het “absorptievermogen” van ongeschoold of tijdelijk personeel. Men zoekt naar structurele oplossingen voor het personeelstekort in de zorg. Daar helpt deze subsidieregeling niet bij.
Vaccinatie-ondersteunig
De subsidie zou ook voor een substantieel bedrag bedoeld zijn voor vaccinatie-ondersteuning. Daar is inmiddels andere bekostiging voor in de plaats gekomen.
Verlening
Van Ark laat de Kamer in haar brief weten dat ze zich beraadt over “de wenselijkheid van een verlening van de subsidieregeling”. Wat ze van plan is met de onbenutte 42 miljoen, staat niet in de brief vermeld.