De zorgvraag wordt groter en complexer en er komt ook steeds meer op het bord van de wijkverpleegkundige. Om de wijkverpleging toekomstbestendig te maken, moest aan een aantal knelpunten worden gewerkt. Dat stelde toenmalig minister Hugo de Jonge (VWS) in 2019. Een van de knelpunten is dat de ouderen die wijkverpleging zoeken, vaak de bomen door het bos niet meer zien. Er zijn zo veel aanbieders actief binnen een regio, van grote organisaties tot kleine zelfstandigen.
Wijkverpleging herkenbaar en aanspreekbaar
In het hoofdlijnenakkoord voor de wijkverpleging is dan ook afgesproken dat de wijkverpleging meer herkenbaar en aanspreekbaar moest worden. Er moest in de regio een duidelijk aanspreekpunt voor de wijkverpleging zijn en aanbieders moesten voor cliënten én professionals gemakkelijk vindbaar zijn. Er mochten geen cliënten tussen wal en schip vallen, doordat een aanbieder van wijkverpleging niet kan voldoen aan de zorgvraag. In 2020 kwam er zelfs een ‘Leidraad herkenbare en aanspreekbare Wijkverpleging’.
Veel verpleegkundigen en verzorgden vinden de wijkverpleging in hun eigen wijk wel herkenbaar, toch is hier nog veel werk aan de winkel. Dat blijkt uit het onderzoek van het Nivel, dat met subsidie van VWS tot stand is gekomen, onder ruim 400 zorgverleners. “Verwijzers hebben er vaak geen zicht op welke aanbieders ruimte hebben voor nieuwe cliënten. Hierdoor zijn zij onnodig veel tijd kwijt aan het vinden van de juiste aanbieder van wijkverpleging. Met de oplopende personeelstekorten zal het regelen van wijkverpleging steeds meer tijd gaan kosten”, stelt het Nivel.
Verschil in cultuur
Het ontbreekt in de wijken nog altijd aan samenwerking tussen de verschillende aanbieders, zien zorgprofessionals. “Vrijwel alle verpleegkundigen en verzorgenden in de wijkverpleging (94 procent) zien voordelen in samenwerken met andere aanbieders van wijkverpleging. Het leidt naar hun verwachting tot een snellere en beter passende inzet van wijkverpleging. Vaakst genoemd knelpunt is het ontbreken van een gezamenlijk elektronisch cliëntendossier. Ook verschillen in organisatiecultuur en visie op wijkverpleging noemt een meerderheid als knelpunt voor meer samenwerking.”
Professionals in de wijkverpleging, in ziekenhuizen en in huisartsenpraktijken willen dat er afspraken komen over het regelen van wijkverpleging voor nieuwe cliënten. Daarnaast willen zij dat er afspraken gemaakt kunnen worden over avond-, nacht- en weekendzorg en over het uitwisselen van cliëntgegevens. Over hoe die samenwerking er precies uit moet zien, verschillen de meningen.
Omvang van de aanbieder
In de grote steden lijkt er minder animo voor dit soort afspraken. Dit terwijl het aantal professionals dat knelpunten in de samenwerking ziet juist twee keer zo groot is. “Naarmate de stedelijkheid toeneemt is er minder herkenbare en aanspreekbare wijkverpleging, aldus de ervaringen van de professionals. In zeer sterk verstedelijkte gebieden lijkt het draagvlak voor deze vorm van wijkverpleging ook minder en professionals voorzien meer knelpunten. Tegelijkertijd hebben ze minder behoefte aan afspraken over wijkverpleging buiten kantooruren en coronazorg en lijken ze minder gemotiveerd om samen te werken met andere aanbieders. De omvang van de aanbieders van wijkverpleging lijkt ook van invloed te zijn op de ervaringen van de professionals, alhoewel die relaties wat minder duidelijk zijn.”
Aandachtspunten
Om de resultaten van dit onderzoek gevolg te geven, geeft het Nivel een viertal aandachtspunten mee aan de betrokken partijen. “Ten eerste is het voor het realiseren van herkenbare en aanspreekbare wijkverpleging goed om te werken aan de thema’s waarover de meeste consensus is. Dit zijn de zorg buiten kantooruren, het toeleiden van cliënten naar de meeste geschikte aanbieder en het uitwisselen van cliëntgegevens. (..) Een tweede aandachtspunt is de ondersteuning van de gegevensuitwisseling. Professionals geven aan dat digitale gestandaardiseerde gegevensuitwisseling tussen verschillende zorgorganisaties wenselijk is. (..) Een derde aandachtspunt is het leren van de ervaringen opgedaan in andere regio’s. In sommige regio’s hebben professionals ervaring met hulpmiddelen om cliënten makkelijker naar wijkverpleging toe te leiden. (..) Ten vierde is het raadzaam professionals in de verschillende sectoren bij- en nascholing te bieden in samenwerkingsvaardigheden.”
M Mol
Samenwerking is gewoon een must, zeker nu er ook meer mensen thuiszorg zullen gaan krijgen