Een meerderheid van de zorgorganisaties denkt na over het invoeren van andere of nieuwe organisatievormen om in te spelen op de veranderende behoeften en eisen vanuit cliënten. Er is vooral veel belangstelling voor het opzetten van coöperatieve organisatievormen, waarin de samenwerking wordt aangegaan met bijvoorbeeld andere zorgorganisaties. Dit blijkt uit een enquête van de Erasmus School of Health Policy & Management (ESHPM) onder bijna vijfhonderd mensen.
De enquête is onderdeel van het onderzoeksproject ‘Het nieuwe organiseren in de Nederlandse zorg’, dat ESHPM heeft opgezet en waar kenniscentrum Vilans en Skipr bij betrokken zijn. Initiatiefnemer is Robbert Huijsman, professor Management & Organisation Elderly Care bij ESHPM en programmaleider van Dementiezorg voor elkaar dat onder Vilans valt. Als het aan Huijsman ligt, wordt ‘Het nieuwe organiseren in de Nederlandse zorg’ een meerjarenproject. Met de enquête wilde hij te weten komen hoe mensen in de sector denken over nieuwe organisatievormen.
De deelnemers zijn voornamelijk zorgbestuurders en –managers, maar ook bijvoorbeeld zorgprofessionals en leden van de raad van toezicht. Bijna driekwart van hen (73 procent) zegt dat de belangrijkste drijfveer voor andere vormen van organiseren is: de veranderende behoeften en eisen van cliënten. Huijsman: “Het is het antwoord op de vraag die steeds meer organisaties zichzelf stellen, namelijk: wat is de bedoeling van ons werk? Waartoe zijn wij op aarde?” Hij noemt dit hoopvol. “Om te beoordelen of je de juiste organisatievorm hebt, kun je het beste de cliënt als vertrekpunt nemen.”
Actieve partner in de zorg
De cliënt krijgt ook een belangrijke rol toebedeeld in de vraag welke trends organisaties aanzetten tot nieuwe vormen van organiseren. De ontwikkeling dat de patiënt actieve partner in de zorg wordt, is de meest gekozen optie: bijna de helft van de respondenten (49 procent) kiest dit antwoord. Op de tweede plek staat multidisciplinaire zorgpaden/ ketens (43 procent), op de derde plek staat schaarste op de arbeidsmarkt (41 procent).
Een andere, opvallende uitkomst van de enquête is dat er veel animo is om samen te werken. Bijna acht op de tien deelnemers noemt als doel van een nieuwe organisatievorm regionale samenwerkingen voor levering van zorg. Op de tweede plek staat co-creatie van nieuwe zorgvormen (54 procent), op de derde plek gezamenlijk ontwikkelen van ICT- en e-health-oplossingen (45 procent). Bij elkaar opgeteld komen de percentages uit boven de 100 omdat mensen meerdere antwoorden konden geven.
Coöperatie
Mensen willen op relatief korte termijn, binnen de komende drie jaar, nieuwe organisatievormen opzetten. Of het nou om een coöperatie van zorgprofessionals gaat of een coöperatie van samenwerkende zorgaanbieders: vooral coöperatieve organisatievormen zijn populair. Gezamenlijk kunnen deze organisatievormen rekenen op de steun van meer dan 80 procent van de deelnemers aan de enquête. Veel minder belangstelling is er voor bijvoorbeeld de franchiseformule (5 procent) of de verenigingsvorm (4 procent).
Binnen organisaties mag er ook het een en ander veranderen, als het aan de respondenten ligt. Zo wil meer dan de helft van hen (51 procent) in de nabije toekomst verantwoordelijkheid gaan overdragen aan de cliënt, in het kader van meer eigen regie. Verder mag er meer verantwoordelijkheid naar zelforganiserende teams van 43 procent van de respondenten.
Inhoudelijke drijfveren
Zorgorganisaties willen organiseren met en rond de cliënt, gaan het liefst allianties aan met anderen en dragen verantwoordelijkheden over naar autonome teams. Zo vat Huijsman de uitkomsten van de enquête samen. “De inhoudelijke drijfveren overheersen”, concludeert hij. De zorgbestuurders hebben ideeën over welke kant ze op willen, maar ze weten niet hoe, bleek tijdens een bijeenkomst die Huijsman georganiseerd had nadat de uitkomsten van de enquête waren geanalyseerd.
Hij wil gaan concretiseren. De volgende stap is wat hem betreft een bijeenkomst waar een meerjarenagenda wordt opgesteld. Dan gaan betrokken zorgbestuurders samen aan de slag en gaan degenen die dat willen, experimenteren met nieuwe organisatievormen. Huijsman: “Het moet een soort beweging worden.”
Zijn uiteindelijke ambitie is om organisaties te helpen om de goede dingen te doen in de zorgverlening en daarvoor de juiste vorm te gebruiken. “Eigenlijk is een organisatie in de zorg inrichten tot nu toe lekenwerk. Er is nooit goed onderzoek naar gedaan. Althans niet in de zorg”, stelt hij. Tegelijkertijd is er wel behoefte aan, al was het maar vanwege de impact die maatschappelijke veranderingen zoals de vergrijzing op de zorg hebben. Vilans en ESHPM willen volgens Huijsman aan deze zoektocht naar nieuwe organisaties bijdragen door middel van praktisch actiegericht onderzoek in het proces van ontwikkelen, testen en implementeren.
Lees het coververhaal over nieuwe organisatievormen in de zorg in Skipr magazine 9-10, oktober 2018.