Uit een verkennende studie dat het ministerie van VWS recent heeft laten uitvoeren, blijkt dat 43 procent van de zorgverleners nooit een tolk inzet wanneer ze die nodig hebben om goede zorg te kunnen bieden aan een anderstalige patiënt en 29 procent zelden. Dit heeft regelmatig nadelige consequenties voor de patiënt in kwestie. Patiënten nemen op verkeerde wijze medicijnen in of kunnen de ernst van de situatie niet goed inschatten. “Aan de wil bij zorgverleners ligt dit niet. Het is vooral het ontbreken van financiering dat een belangrijke oorzaak is van het niet inschakelen van een tolk, volgens zorgverleners”, aldus de partijen.
Motie
Ook de politiek is voor. Er is al een motie aangenomen om de voor en nadelen van de verschillende vormen van bekostiging in kaart te brengen. Maar hier zijn nog nauwelijks vorderingen op gemaakt. Patiëntenfederatie Nederland, de KNMG en de Johannes Wier Stichting vinden het, gezien de ernst van de situatie en de verantwoordelijkheid van de overheid onbegrijpelijk dat het antwoord op de motie zo lang op zich laat wachten en roepen de Kamer op hier druk achter te zetten.
Één telefoonnummer
“In het belang van Nederlandse patiënten die recht hebben op goede zorg en zorgverleners die daar zorg voor willen dragen. De enige structurele oplossing volgens de drie partijen lijkt één landelijk gefinancierd telefoonnummer dat voor alle zorgverleners die onder de WGBO vallen hetzelfde is, of hun werk nu onder de Zvw, Wlz, WMO, Jeugdwet of wet publieke gezondheid valt.”