De aanpak van de wachttijden en de vindbaarheid van informatie blijven belangrijke punten van aandacht. Voor de aanpak van de wachttijden zijn zorgverzekeraars ook afhankelijk van bijvoorbeeld zorgaanbieders en consumentenorganisaties. Dit stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) in het Samenvattend rapport Zorgverzekeringswet 2017/2018 (Zvw), waarin de zorgautoriteit beoordeelt hoe zorgverzekeraars hun wettelijke taken en maatschappelijke rol uitvoeren.
De wachtlijsten in de geestelijke gezondheidszorg zijn nog steeds niet gedaald. Ook in de ambulancezorg en medisch specialistische zorg ziet de NZa nog “ruimte voor verbetering”. De zorgautoriteit verwacht van zorgverzekeraars dat ze in de zorginkoop aandacht besteden aan de wachttijden, zij hebben immers de plicht om ervoor te zorgen dat hun verzekerden op tijd de zorg krijgen die zij nodig hebben.
De NZa erkent tegelijkertijd dat de zorgverzekeraars dit niet alleen kunnen. “Zorgaanbieders en consumentenorganisaties moeten ook een bijdrage leveren aan het oplossen van de wachttijdenproblematiek. Ze zullen nog beter moeten samenwerken, want ondanks alle inspanningen zien we nog niet overal het gewenste effect.”
Urgentie en noodzaak
Met betrekking tot de oplossingen voor de wachttijdproblematiek ziet de NZa een aantal overeenkomsten voor de zorgsectoren. Van belang is volgens de toezichthouder dat aan een aantal randvoorwaarden wordt voldaan: inzicht in de omvang en aard van de wachttijden; urgentie en noodzaak om de problemen op te lossen; samenwerking om tot oplossingen te komen; good practices delen; betere informatie over wachtlijstbemiddeling.
Het is aan partijen om hier samen invulling aan te geven, de NZa wil hen “faciliteren en stimuleren om deze voorwaarden te realiseren”. “Het is zaak dat door het voldoen aan de randvoorwaarden burgers over een bredere linie gaan ervaren dat de wachttijden korter worden.” Het tweede half jaar van 2018 zal de zorgautoriteit verder inzetten op het voldoen aan de randvoorwaarden, daarbij zal de NZa de samenwerking met de Inspectie Gezondheidzorg en Jeugd waar nodig uitbreiden.
Vindbaarheid van informatie
Een ander aandachtspunt is volgens de NZa de vindbaarheid van informatie over zorgverzekeringen voor de burger. De juiste informatie is er inmiddels wel, maar zou “in veel gevallen beter vindbaar kunnen zijn”. Uit onderzoek van de toezichthouder blijkt dat het testpanel in eenderde van de gevallen deze informatie niet kan opsporen. De NZa zal zorgverzekeraars hierop aanspreken de komende tijd en bekijken hoe de vindbaarheid van informatie kan worden verbeterd.
Ook het grote aanbod aan collectieve zorgverzekeringen blijft een lastig punt, daardoor zijn de zorgpolissen moeilijk te vergelijken. De zorgautoriteit heeft in de transparantieregels per 1 november 2017 een transparantiebepaling over de informatieverstrekking over collectiviteiten opgenomen. Dit heeft echter niet geleid tot meer duidelijkheid voor de verzekerde. De NZa concludeert dan ook dat transparantieregels niet de oplossing lijken om meer helderheid te verschaffen in het grote aanbod van collectiviteiten, de toezichthouder is dit aanleiding om kritisch te kijken naar de meerwaarde van de transparantiebepaling over collectiviteiten.
Wanbetalersregeling
De NZa concludeert dat de zorgverzekeraars in 2017 en de eerste helft van 2018 ook veel dingen goed hebben gedaan. Zo accepteren zorgverzekeraars ook dit jaar iedereen die verzekeringsplichtig is. Het verbod op premiedifferentiatie wordt nageleefd, behalve in één geval waarin de zorgautoriteit heeft opgetreden. Ook hebben verzekeraars hun financiële verantwoording voor de verevening al jaren goed op orde en voeren ze de wanbetalersregeling goed uit. Bovendien publiceren ze “over het algemeen” hun inkoopbeleid voor 1 april, zoals de NZa voorschrijft.