Het verplichte eigen risico van 385 euro heeft als doel mensen bewust te maken van de zorgkosten. Maar het systeem kent een aantal nadelen, observeert Remmerswaal. Zo betalen chronisch zieken of mensen die jaarlijks dure zorg nodig hebben keer op keer het volledige bedrag.
Uit het promotie-onderzoek blijkt dat andere vormen van eigen betalingen de situatie verbeteren. Daardoor hoeven mensen minder zelf te betalen en dalen bovendien de zorguitgaven. De alternatieve vormen die Remmerswaal met haar structureel microsimulatiemodel heeft geanalyseerd, zijn een verschoven, een procentueel en een vrijwillig eigen risico.
Verschoven eigen risico
Bij een verschoven eigen risico verschuift het startpunt van het eigen risico van 0 euro naar 400 euro. Uit het onderzoek blijkt dat voor de onderzochte populatie de gemiddelde afname van zorguitgaven 4 procent is en dat de eigen betaling met 47 procent afneemt ten opzichte van een gewoon eigen risico van 300 euro.
Procentueel eigen risico
Een andere optie is een procentueel eigen risico. In dat geval betaalt een verzekerde een percentage van de zorgkosten uit eigen zak. Ook dat is efficiënter dan een standaard eigen risico, blijkens het onderzoek. Dat komt onder meer doordat mensen dan doorlopend moeten afwegen of ze bepaalde zorg wel echt nodig hebben. Nu is het zo dat ze hun eigen risico na één behandeling soms al kwijt zijn. Verdere zorg kost ze dan zelf niks meer, waardoor er geen financiële prikkel meer is daar kritisch naar te kijken. Ook het verschuiven van het eigen risico heeft eenzelfde effect: de eigen bijdrage is minder snel op, waardoor de patiënt moet blijven afwegen.
Vrijwillig eigen risico
Remmerswaal keek ook naar de effecten van een vrijwillig eigen risico. In die variant kunnen mensen kiezen voor een eigen risico van 100, 200, 300, 400 of 500 euro bovenop het verplichte eigen risico. Op die manier kunnen ze korting op hun zorgpremie krijgen. Die constructie remt het zorggebruik nauwelijks, zo laat het model zien.
Financiële prikkels
De dissertatie van Remmerswaal bestaat uit meerdere papers waarin de vraag centraal staat hoe financiële prikkels in de Nederlandse gezondheidszorg het gedrag van zorgaanbieders en verzekerden kunnen beïnvloeden. Ze heeft ook gekeken naar de in 2008 ingevoerde betaalsystematiek voor ggz-aanbieders. In dit systeem stijgt de vergoeding trapsgewijs op vaste momenten in de behandelduur. Haar onderzoek toont aan dat dit systeem niet heeft geleid tot efficiëntere behandelingen. In de praktijk behandelen aanbieders hun patiënten totdat ze een hogere tariefgrens bereiken. Deze langere behandeling vertaalde zich voor de patiënten niet in betere gezondheidsuitkomsten.
Frank Conijn
Interessant artikel. Maar een model moet wel gevalideerd zijn. Daarbij heeft de promovenda hét systeem niet getest: redelijke eigen bijdragen voor alleen zelfverwezen/voorgeschreven zorg. Dat heeft wel grote voordelen maar weinig nadelen. Zie https://gezondezorg.org/eigen-bijdragen voor het hele verhaal.