Het aantal werknemers in de ouderenzorg is na jaren van dalingen in 2017 voor het eerst gestegen. In de verpleging, verzorging en thuiszorg werkten in het derde kwartaal van vorig jaar 376 duizend mensen, 9300 meer dan een jaar eerder. Dit komt naar voren in het dinsdag verschenen boek ‘Zó werkt de ouderenzorg’.
Het aantal werknemers is zowel in de thuiszorg als in de verpleging en verzorging gestegen, met circa 2,5 procent. Ondanks de stijging werken er nu nog 24 duizend mensen minder in de ouderenzorg dan in 2014. Door krimp, bezuinigingen en reorganisaties is het aantal werknemers sindsdien gedaald. Uit ‘Zó werkt de ouderenzorg’ blijkt dat er vooral behoefte is aan verzorgenden en verpleegkundigen.
Het aantal studenten dat de opleiding tot specialist ouderengeneeskunde volgt, groeit sterk. Studenten hebben daarentegen minder interesse in de opleiding helpende zorg en welzijn. De instroom is drastisch afgenomen: met 40 procent in drie jaar tijd.
Vergrijzing
De trendbreuk in de ouderenzorg is van belang omdat er door de vergrijzing meer zorgpersoneel nodig is, volgens de auteurs van ‘Zó werkt de ouderenzorg’. De publicatie geeft met visualisaties en begeleidende teksten inzicht in de arbeidsmarkt, geldstromen, wetten en spelers in de ouderenzorg. De auteurs geven antwoord op vragen als: waar gaat de 28 miljard euro in de ouderenzorg naar toe, hoeveel geld geeft Nederland uit per oudere en welke vormen van zorg gebruiken ouderen?
Het boek is een uitgave van het Platform Zó werkt de zorg, waarin zestien partijen uit de zorg zijn vertegenwoordigd, in samenwerking met AAG, ActiZ, ANBO, Prismant, SBOH, SOON, Verenso, Vilans en het ministerie van VWS. Het Platform heeft als missie het debat en de besluitvorming over de zorg naar een hoger plan te tillen door middel van heldere en neutrale informatie. De zestien partners zijn: Patiëntenfederatie Nederland, Zorgverzekeraars Nederland, VvAA, NVZ, NFU, LAD, Vilans, ESHPM, AAG, ministerie van VWS, Zorginstituut Nederland, RIVM, Ambulancezorg Nederland, NZa en De Argumentenfabriek als uitvoerend partner.