De accountants van het bureau GrantThornton die het onderzoek verrichtten, komen tot een aantal conclusies die eerder ook al in de media waren getrokken. Zo is gebleken dat er bij LCH twijfels waren over de noodzaak om deze partij mondkapjes te kopen. Uiteindelijk werden de 40 miljoen maskers toch ingekocht omdat de toenmalige minister Martin van Rijn vond dat er “nooit meer een tekort” kon ontstaan aan de hulpmiddelen. “De politieke wens heeft daarmee geprevaleerd boven de bedrijfseconomische analyse van de noodzaak.”
Kwaliteit
In het onderzoek is ook gekeken naar twijfels over de kwaliteit van de maskers. Afgesproken was dat de maskers een CE-keurmerk moesten hebben en getest moesten worden in een lab. Die bevindingen waren positief. Het RIVM merkte later op dat er wel grafeen in zat. Nog altijd wordt betwijfeld of dat veilig is. Toch hakte VWS weer een knoop door: de maskers voldeden aan de wet- en regelgeving.
Oneerlijk voordeel
De onderzoekers merken op dat alleen onderzoek is verricht naar de manier waarop de overeenkomst tussen LCH en RGA tot stand kwam. De gang van zaken binnen het ministerie is niet onderzocht en de handelswijze van de mensen achter RGA (onder wie Van Lienden) evenmin. Zo is niet onderzocht of Van Lienden door zijn politieke contacten een oneerlijk voordeel had bij de totstandkoming van de deal.
Tweede onderzoek
Van Ark maakte ook bekend dat er nog een tweede, onafhankelijk onderzoek geopend zal worden door Deloitte. Dat onderzoek is breder en gaat over het volledige inkoopbeleid van het consortium. De eerste resultaten worden op 1 september verwacht, begin november moet het hele onderzoek afgerond zijn. (ANP)