Minister Bruno Bruins voor Medische Zorg en Sport en de partijen uit de huisartsenzorg hebben het hoofdlijnenakkoord formeel ondertekend. De achterbannen hebben ingestemd met de afspraken die de onderhandelaars eind juni hebben gemaakt.
Het ministerie van VWS, de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV), InEen, vereniging van organisaties voor eerstelijns zorg, Patiëntenfederatie Nederland en Zorgverzekeraars Nederland (ZN) hebben onder meer afgesproken dat er de komende jaren 471 miljoen euro beschikbaar gesteld wordt voor het versterken van de huisartsenzorg. Dit budget is onder andere beschikbaar om meer tijd te hebben voor en met de patiënt, de zorg in de avond-, nacht- en weekenduren, het versterken van de organisatiegraad van de eerste lijn, de zorg voor kwetsbare groepen en ICT-infrastructuur.
Daarnaast stelt het ministerie voor de looptijd van het akkoord, de periode 2019-2022, circa 133 miljoen euro beschikbaar voor het versterken van ICT in de huisartspraktijk, digitale uitwisseling met patiënten en voor de uitvoering van de nationale onderzoeksagenda huisartsengeneeskunde. Tot slot zullen partijen zich volgens VWS “onverminderd blijven inzetten op het terugdringen van regeldruk en de uitdagingen op de arbeidsmarkt”.