Beeld: Shirley/stock.adobe.com
De premieverschillen tussen zo goed als gelijke polissen blijven fors en het vergelijken is te ingewikkeld voor veel mensen. Daarnaast beperken zorgverzekeraars de keuze door basispolissen te koppelen aan aanvullende pakketten, waardoor klanten duurder uit zijn. Dit blijkt uit herhaald onderzoek door de NZa en de ACM.
Zorgverzekeringswet
Koppelverkoop werkt risicoselectie in de hand. Zorgverzekeraars overtreden hiermee niet de Zorgverzekeringswet, maar de situatie is wel onwenselijk, zo stellen ACM en NZa. Zij pleiten voor aanvullende maatregelen van de wetgever. “Er zit een grens aan de impact van informatiemaatregelen en vrijblijvende oproepen aan zorgverzekeraars. Daarom zijn aanvullende maatregelen nodig.”
VWS
Intussen heeft demissionair minister Helder in een Kamerbrief geantwoord dat wijziging van de wet lastig is. Uitbreiding van het verbod op premiedifferentiatie stuit op Europees rechtelijke bezwaren. Een verbod koppelverkoop ligt moeilijk omdat de markt voor aanvullende verzekeringen een vrije markt is, waarop verzekeraars zelf bepalen welke aanvullende verzekeringen ze met welke dekking, tegen welke premie, en aan wie aanbieden. De minister zegt toe in gesprek te gaan met de ACM en de NZa “om te verkennen of er handelingsopties zijn”.
Te veel betaald
In 2023 heeft ruim 61 procent van alle premiebetalers een basispolis afgesloten waarvoor een goedkoper, gelijk, alternatief bestaat. Gemiddeld betalen mensen in deze groep 103 per jaar méér dan wanneer zij de goedkoopste polis in het cluster hadden gekozen. In totaal komt dit neer op ruim 900 miljoen euro. Vijf jaar geleden was de situatie vergelijkbaar. In al die tijd is er, ondanks herhaald aandringen van NZa en ACM om het polisaanbod te verminderen en te vereenvoudigen, nauwelijks iets veranderd.
Risicoselectie
Sommige zorgverzekeraars beperken de toegang tot de aanvullende verzekering door deze afhankelijk te maken van welke basisverzekering de verzekerde heeft. Mensen die graag een bepaalde aanvullende verzekering met een ruimer pakket willen hebben, moeten om die reden een relatief dure basisverzekering kiezen. De ACM en de NZa vinden dit onwenselijk omdat het risicoselectie in de hand werkt. Gezondere mensen die geen aanvullende verzekering afsluiten, betalen zo minder voor een verder gelijke basisverzekering dan mensen met een hogere kans op ziekte.
Ongecontracteerde zorg
Meerdere verzekeraars bieden naturapolissen naast elkaar aan die nauwelijks verschillen, behalve op het vergoedingspercentage van niet-gecontracteerde zorg. De keuze tussen bijvoorbeeld 75 of 80 procent vergoeding is niet gemakkelijk te maken, omdat het onderwerp alleen relevant is wanneer men bij een niet-gecontracteerde zorgaanbieder terechtkomt. Bovendien is het bedrag van tevoren niet in te schatten. Soms wordt bij het percentage ook nog vermeld dat het om een ‘maximale’ vergoeding gaat, wat de bruikbaarheid nog verder vermindert. Het risico is dat mensen in deze onzekere situatie dan toch voor de iets ruimere, en dus duurdere, variant kiezen. De NZa en de ACM vinden het raadzaam dat de vergoeding voor niet-gecontracteerde zorg wordt vereenvoudigd.
Te ingewikkeld
De marktautoriteit en de zorgautoriteit deden al eerder onderzoek waaruit blijkt dat mensen obstakels ervaren in hun keuzeproces en dat zij daardoor mogelijk niet de polis hebben die voor hen het best passend is. Er zijn aanwijzingen dat belemmeringen in het keuzeproces sommige groepen verzekerden onevenredig hard treffen. Ook zijn er aanwijzingen dat de manier waarop sommige zorgverzekeraars hun aanbod ontwerpen – met name het aanbieden van meerdere (bijna) gelijke polissen tegen verschillende premies – het vergelijken en kiezen van een zorgverzekering moeilijker maakt. Hiermee ontmoedigen zij overstappen. Het beperkt ook de concurrentie en kan ertoe leiden dat zorgverzekeraars minder noodzaak zien hun productaanbod te verbeteren.
Rintjemt
Wat betreft naturapolissen die nauwelijks verschillen, behalve op het vergoedingspercentage van niet-gecontracteerde zorg:
Grootste en belangrijkste hobbel bij de keuze tussen zorgverzekeraars hiervoor is en blijft het feit, dat er nog steeds zorgverzekeraars zijn, die aan het eind van het jaar geen contract hebben afgesloten met bepaalde zorgleveranciers (ziekenhuizen bv.).
Sterker nog: soms duurt dat proces daarna nog wekenlang door.
Toch moet je als klant dus een keuze maken vóór het moment, dat duidelijk is waarvoor je gekozen hebt.
In feite teken je dus een blanco cheque, want je weet niet of “jouw” zorgverzekeraar een contract heeft met bv. “jouw” voorkeur ziekenhuis.
inakuiper@ADVlegal
“Uitbreiding van het verbod op premiedifferentiatie stuit op Europees rechtelijke bezwaren.”
Dit argument wordt wel vaker gebruikt zonder uitleg waarom. Wat zijn dan die bezwaren precies? Zonder uitleg komt het over als een dooddoener en het maakt lezers denk ik cynisch t.a.v. de EU.
Olaf Wijman
en terecht
Olaf Wijman
Die zorgverzekeraars die niet ruim op tijd (voor 1 januari van het nieuwe polisjaar) hun zaakjes in orde hebben een flinke boete opleggen!
Olaf Wijman
Gaan we nu eindelijk eens stoppen met al die nauwelijks of niets van elkaar verschillende zorgverzekeraars? Één fatsoenlijke polis voor alle Nederlanders.