Het Academisch Medisch Centrum (AMC) en het VU medisch centrum (VUmc) in Amsterdam moeten een vergunning aanvragen voor hun voorgenomen fusie. De Autoriteit Consument & Markt (ACM) geeft op deze manier aan dat er nader onderzoek nodig is naar de gevolgen van de fusie voor de (hoog)complexe ziekenhuiszorg.
De twee universitair medische centra in Amsterdam bieden zowel basiszorg als (hoog)complexe zorg. Daarnaast doen deze ziekenhuizen medisch wetenschappelijk onderzoek en leiden zij artsen en specialisten op.
Volgens de ACM zijn er geen concurrentieproblemen bij onderzoek en onderwijs zijn. Bij de (hoog)complexe ziekenhuiszorg daarentegen zou de concurrentie kunnen worden beperkt. De twee ziekenhuizen hebben samen een groot aandeel in de (hoog)complexe ziekenhuiszorg in Amsterdam en omgeving.
Als de ziekenhuizen besluiten een vergunning aan te vragen, volgt nader onderzoek door de ACM. De ACM kijkt dan vooral naar de gevolgen van de fusie voor patiënten en zorgverzekeraars. De ACM onderzoekt of er voor patiënten voldoende ziekenhuizen overblijven om uit te kiezen. Zorgverzekeraars zijn op dit moment kritisch over deze fusie omdat zij risico’s zien voor hun onderhandelingspositie. De ACM onderzoekt of zorgverzekeraars na de fusie nog goede inkoopafspraken voor hun verzekerden kunnen maken over prijs en kwaliteit.
Ontvlechting
In april 2014 trapte de ACM ook al op de rem bij de voorgenomen megafusie. De ACM gaf toen aan pas met een bestuurlijke fusie tussen de twee ziekenhuizen te kunnen instemmen als VUmc bestuurlijk ontvlecht zou worden uit de stichting waar ook de Vrije Universitei (VU) deel van uitmaakt.
Samen hebben AMC en VUmc 15.000 medewerkers en behandelen ze jaarlijks 500.000 patiënten. Aan de twee instellingen studeren ruim 5000 geneeskundestudenten. Bij een eventuele fusie wordt het Amsterdamse academische ziekenhuis met een jaaromzet van meer dan 1,6 miljard euro met afstand de grootste zorginstelling van Nederland.