Zorgaanbieders mogen geen onderling overleg voeren dan wel afspraken maken over de afbouw en ombouw van intramurale capaciteit. Dat laat de Autoriteit Consument & Markt (ACM) in een schrijven aan het veld weten.
Als uitvloeisel van de kabinetsplannen voor de langdurige zorg en het scheiden van wonen en zorg proberen veel zorgkantoren momenteel de toekomstige intramurale capaciteit vast te stellen. In het kader hiervan vragen sommige zorgkantoren aan zorgaanbieders om hun plannen te geven voor de afbouw en de ombouw per locatie. Ook komt het voor dat ze zorgaanbieders vragen om deze plannen met andere zorgaanbieders in de regio verder uit te werken. Andere zorgkantoren willen deze plannen in aanwezigheid van alle zorgaanbieders bespreken.
Negatieve beïnvloeding
ActiZ onderkent dat deze praktijken op gespannen voet met de mededingingswet staan, maar de brancheorganisatie veronderstelt dat er een beroep kan worden gedaan op uitzonderingsgronden. Dit is niet het geval, zo laat de ACM weten in antwoord op vragen van ActiZ. “Onderling overleg over de afbouw/ombouw van intramurale capaciteit, ook als dit in aanwezigheid van het zorgkantoor of de gemeenten is, leidt tot het risico dat er concurrentiegevoelige informatie wordt uitgewisseld die vervolgens de onderhandelingen met het zorgkantoor in negatieve zin beïnvloedt”, zo stelt de ACM.
De ACM is met name bevreesd dat zorgaanbieders de markt onderling verdelen of zoals de kartelwaakhond het verwoordt “afspraken maken over wie welke capaciteit uit de markt haalt”. De ACM onderkent dat het zorgkantoor bij het uitvoeren van zijn regierol behoefte heeft aan informatie. Het zorgkantoor moet zich van de ACM in dit geval individueel laten adviseren door aanbieders, potentiële toetreders en gemeenten. Gezamenlijke overleggen zijn echter uit den boze. Als zorginstellingen toch verzoeken krijgen van een zorgkantoor om onderling afspraken te maken of informatie uit te wisselen, dan moeten ze dit melden bij de ACM of het ministerie van VWS, zo stelt de ACM.