Werkgeversorganisatie Actiz verwijt vakbond Abvakabo FNV dat het niet meer mee wil werken aan de totstandkoming van een cao voor de verpleeg- en verzorgingshuizen, thuiszorg, kraam- en jeugdgezondheidszorg. De vakbond zou het niet eens kunnen worden over het minimum salaris voor de huishoudelijke hulp.
Dat hebben onderhandelaars Actiz en LAD/FBZ op 4 december bekend gemaakt. Abvakabo ontkent dat het uit de onderhandelingen is gestapt. “We hebben onze handtekening niet voor niets onder het cao-akkoord gezet”, zegt Lilian Marijnissen van Abvakabo FNV.
Tarieven
Het leek er op dat de onderhandelende partijen het eens waren over de minimumtarieven voor huishoudelijke hulp. In de aanbestedingen van gemeenten, die op dit moment bijna overal zijn afgerond, wordt vaak uitgegaan van te lage tarieven voor huishoudelijke hulp, zo stellen ze. Zorgorganisaties maken zich daar grote zorgen om. Zij worden op die manier gedwongen om zorgmedewerkers minder te betalen, verlies te leiden op deze werkzaamheden of met huishoudelijk hulp te stoppen. In het cao-akkoord is een nieuwe minimum salarisschaal voor deze groep medewerkers opgenomen.
AMvB
De invoering van een minimum salarisschaal is afhankelijk van een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). Deze wordt vastgesteld door het ministerie van VWS en goedgekeurd door de Tweede Kamer. Maar eerst moeten de onderhandelende partijen hun advies geven over de AMvB.
Actiz zegt dat Abvakabo FNV heeft aangegeven deze maatregel niet meer te willen beoordelen. Lilian Marijnissen stelt echter dat de werkgeversorganisatie, die het cao-akkoord verder uitwerkt, nieuwe teksten heeft opgenomen in de stukken voor de AMvB. “We gaan niet helemaal opnieuw onderhandelen”, vindt ze. “Wij willen door met het akkoord waar wij onze handtekening onder hebben gezet.”