ActiZ erkent in een reactie op het IGZ-rapport dat “het verandervermogen van een aantal bestuurders” nog achterblijft en dat het op een aantal punten beter moet en kan.
Maar met alle veranderingen in de langdurige zorg, “de grootste verandering in de zorg sinds 1960”, hebben de bestuurders in de zorginstellingen nogal wat op hun bordje. En dus is tijd nodig, aldus de brancheorganisatie.
Bijscholing
Om de zwaardere zorg beter te kunnen geven, wordt personeel nu al wel bij- en omgeschoold en er zijn al 350 in ouderenzorg gespecialiseerde hbo-verpleegkundigen aan de slag, zo geven de zorgondernemers aan. Maar om de vereiste verbeteringen te realiseren, hebben de instellingen, hun personeel en ook de bewoners ruimte nodig. En die ruimte is er nu onvoldoende. “Met alle respect, maar het IGZ-rapport gaat over de periode 2011-2012. De normen en de manier van toetsen zijn nog erg gericht op administratieve processen. Of er bijvoorbeeld wel een handtekening staat onder een Zorgleefplan”, aldus een woordvoerder van ActiZ. “We zitten inmiddels met zijn allen in een beweging waarin mensen langer thuis blijven, en waarin je dus niet meer alles kunt dichtregelen. De IGZ-normen moeten daar wel bij aansluiten.”
‘Geschokt’
V&VN laat weten geschokt te zijn over de uitkomsten van het IGZ-rapport. Tegelijkertijd is de beroepsvereninging van zorgprofessionals er niet verbaasd over. Directeur Helma Zijlstra: “Wij hebben vaak gewaarschuwd over de achterblijvende kwaliteit en het belang van scholing van medewerkers in de ouderenzorg. Dat is altijd door werkgevers weggepoetst, puur vanuit een bedrijfseconomisch standpunt.” V&VN wil dat VWS en ActiZ snel laten zien welke zorginstellingen wél topzorg leveren, zodat anderen daarvan kunnen leren.
Ernstig. Zo noemt patiëntenfederatie NPCF de resultaten van het rapport. Wilna Wind, algemeen directeur van patiëntenfederatie NPCF: “Dit rapport baart mij grote zorgen”. De NPCF vindt de resultaten aanleiding voor overleg met staatssecretaris Van Rijn, de IGZ, Actiz en Vereniging Branchebelang Thuiszorg Nederland. “We moeten niet wachten op het volgende rapport in 2016 waaruit blijkt dat het in 2014 nog steeds niet in orde is. We moeten nu doorpakken.”
Cao
Abvakabo FNV grijpt het rapport aan om druk te zetten op de cao-onderhandelingen voor de verpleeg- en verzorgingshuizen. “Leden van Abvakabo FNV geven al langer aan dat op verschillende plekken in de ouderenzorg de werkdruk erg hoog is. Dit heeft gevolgen voor de kwaliteit van de zorg. In de cao moeten daarom afspraken komen om de werkdruk voor zorgpersoneel terug te dringen, zodat zij een betere kwaliteit van zorg kunnen leveren”, aldus de vakbond.
Opleiding
Voor de Vereniging van specialisten ouderengeneeskunde en sociaal geriaters (Verenso) komt het IGZ-rapport niet als een verrassing. “Er wordt niet genoeg geïnvesteerd in opleidingen en kwaliteit. Dat hebben we al eerder aangegeven. Er moet voldoende goed geschoold verzorgend personeel zijn en het is nodig dat behandeldiensten beter georganiseerd worden. We hebben hiervoor richtlijnen ontwikkeld. Die hoeven zorgorganisaties alleen maar te implementeren. Daarnaast vindt Verenso het belangrijk dat specialisten ouderengeneeskunde de mogelijkheid krijgen om kaderopleidingen te volgen. “Elk verpleeghuis zou moeten beschikken over een kaderarts geriatrische revalidatiezorg, een kaderarts psychogeriatrie en een kaderarts palliatieve zorg.”