In juni zijn werkgeversorganisaties en vakbonden tot een akkoord gekomen over nieuwe cao-afspraken. Zorgmedewerkers krijgen geleidelijk meer loon. De loonsverhoging is als volgt opgebouwd: per 1 oktober 2023 komt er 5 procent loonsverhoging bij, met een bodem van 125 euro. Per 1 maart 2024 en per 1 oktober 2024 vindt een loonsverhoging plaats van 2,5 procent met een bodem van 75 euro. Dit is boven op de 3 procent salarisverhoging die in maart dit jaar is doorgevoerd vanuit de vorige cao-onderhandelingen.
Niet uit de portemonnee van werkgevers
ActiZ vindt het nog niet genoeg om de loonkloof te dichten. “Zorgmedewerkers verdienen gemiddeld 7,5 procent minder dan mensen met een vergelijkbaar opleidingsniveau in de publieke en commerciële sector. Die loonkloof kunnen werkgevers niet uit eigen portemonnee betalen: daarvoor moeten financiers van de zorg over de brug komen met extra middelen. Werkgevers blijven daarop aandringen, ook bij de aankomende verkiezingen.”
Uitwerking
De huidige cao wordt verlengd tot eind 2024. In deze cao zijn ook aanvullende afspraken gemaakt over de reiskostenvergoeding en de onregelmatigheidstoeslag (ORT-toeslag). De komende periode worden de gemaakte afspraken verder uitgewerkt in cao-teksten.
Peter Koopman
Naast de NVZ wijst ook ActiZ op de nog steeds bestaande loonkloof van oa verpleegkundigen ( SER rapport 12 mei 2021 ). Deze loonkloof van 6% t.o.v, de publieke sector/ambtenaren en 9% ten opzichte van marktsectoren (peil 2020 ) blijft ook bestaan na de inflatiecorrecties van dit moment. Hoewel het valt ook wat mee, want Minister de Jonge ( CDA ) repareerde eind 2021 deze reeds met 1,13% ! Een schril contrast met bijvoorbeeld het onderwijs blijft bestaan. En door de loonkloof ontstond ook een pensioenkloof bij PFZW en ABP. Deze is zeker opvallend bij de vele relatief lage pensioenen van verpleegkundigen en verzorgenden , die een bepaalde tijd in deeltijd gingen ( moesten) werken om, bij gebrek aan kinderopvang en onaangepaste schooluren, thuis te kunnen zijn. Door later het “eindloon” te vervangen door “middelloon” als grondslag werd hun pensioen blijvend lager.