ActiZ roept gemeenten op om te stoppen met de ontwikkeling van eigen systemen voor controle en verantwoording in de Wmo en jeugdzorg. In plaats daarvan wil de branchevereniging een landelijke systematiek. ActiZ wil zo onnodige administratieve lasten voorkomen en de kwaliteit van verantwoording verhogen.
Veel gemeenten en zorgregio’s zijn op dit moment bezig om zelf verantwoordingen en controleprotocollen voor zorgaanbieders en hun accountants te ontwikkelen, constateert ActiZ. Deze protocollen zijn volgens de branchevereniging van zeer wisselende kwaliteit en hebben verschillende uitgangspunten. “Dat leidt tot een aanzienlijke toename van de administratieve lasten bij zorgaanbieders, omdat vaak uitgegaan wordt van één controleverklaring per gemeente”, aldus ActiZ.
Als alternatief voert ActiZ het project informatievoorziening zorgaanbieders (project iZA) op. In het kader hiervan wordt sinds maart gewerkt aan een landelijke financiële verantwoording voor Wmo zorg. Dit moet voorkomen dat zorgaanbieders straks geconfronteerd worden met verschillende protocollen van de verschillende gemeenten.
Controleprotocol
De centrale verantwoording en het bijbehorende controleprotocol worden momenteel afgestemd met de beroepsorganisatie van accountants (NBA). Naar verwachting zijn in oktober een vaktechnisch voldragen verantwoording en controleprotocol beschikbaar. Uitgangspunt is een landelijke verantwoording door de zorgaanbieder per financieringsstroom over de gemeenten heen.
Deze wordt door de accountant van de zorgaanbieder getoetst op de vier punten die zijn genoemd in de zogeheten ‘modeloplegger rechtmatigheidsvereisten Wmo 2015 en Jeugdwet, te weten: recht op zorg, omvang van zorg, declaratie en levering. De zorgbranches en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) hebben deze ‘modeloplegger’ dit vooorjaar onder hun achterban verspreid.