Het college reageert op een klacht van een journalist over de afhandeling door het ministerie van verzoeken op basis van de Wet open overheid (Woo). Het ministerie reageert “traag en weinig responsief” op verzoeken die worden gedaan met een beroep op de Woo.
Uitzonderingsgronden
VWS krijgt veel Woo-verzoeken om stukken over de corona-epidemie vrij te geven. Stukken worden niet tijdig vrijgegeven, zegt ACOI-voorzitter Ineke van Gent. “Er wordt te vaak een beroep gedaan op uitzonderingsgronden. Dat is niet de bedoeling van de wet. Openbaarheid moet de norm zijn.”
Overleg
Het college vindt dat het ministerie over de kwestie in overleg moet gaan met de journalistieke beroepsgroep. Samen zouden ze dan kunnen bepalen welke documenten als eerste openbaar moeten worden gemaakt en hoe die documenten hanteerbaar gepubliceerd kunnen worden.
Enorme hoeveelheid
Het ministerie laat in een reactie weten begrip te hebben voor de frustratie van journalisten over de trage afhandeling van informatieverzoeken. VWS wil proberen het proces waar mogelijk te versnellen. Maar het wijst er ook op dat de Woo-verzoeken betrekking hebben op een enorme hoeveelheid stukken. Het gaat momenteel om 2,4 miljoen documenten die beoordeeld moeten worden.
Verder wijst het departement erop dat ze rekening moet houden met privacy en bedrijfsgeheimen. “VWS betreurt het dat het ACOI de samenhang en werking van verschillende wetten, zoals bijvoorbeeld de AVG en de Archiveringswet, in relatie tot de Woo niet benoemt of onderzoekt. De zorgvuldigheid die voor de zienswijze van derden nodig is, is helaas zeer tijdrovend.” (ANP)