De twee partijen stonden daar andermaal tegenover elkaar, bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb).
Overheid moet ingrijpen
De rechtbank in Rotterdam oordeelde eind vorig jaar dat de overheid meer moet doen tegen de verkoop van filtersigaretten. In de filters zitten kleine gaatjes, waardoor het bij testen lijkt alsof rokers minder schadelijke stoffen binnenkrijgen. In de praktijk knijpen rokers die gaatjes vaak dicht met hun vingers of lippen. Daardoor krijgen ze meer slechte stoffen binnen dan volgens de metingen te verwachten is. Volgens de rechtbank in Rotterdam kloppen de berekeningen daarom ook niet.
De sigaretten worden getest met een machine die meet hoeveel teer, nicotine en koolmonoxide vrijkomen bij het roken. “Het hof zegt waar een meetmethode dan wel aan moet voldoen”, vervolgt de raadsman van Stichting Rookpreventie Jeugd. “Zo moeten de gaatjes volledig worden afgesloten, de machine moet wat harder zuigen en moet twee keer per minuut een trekje nemen. De huidige methode is dus duidelijk ontoereikend.” Tot die conclusie kwam de rechtbank in Rotterdam ook, maar de toezichthouder Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en staatssecretaris Maarten van Ooijen
Van Ooijen stelde het liefst snel in te willen grijpen tegen de verkoop van sjoemelsigaretten, maar daar een “stevig juridisch fundament” voor nodig te hebben. Hij zei dat dat nodig is om “te voorkomen dat handhaving van de sjoemelsigaret in daaropvolgende juridische procedures geen standhoudt”. (Volksgezondheid) gingen wel in beroep.
Meetmethode rechtsgeldig
Voorafgaand aan de uitspraak had de rechtbank een oordeel gevraagd aan het Europees Hof van Justitie. Die stelde dat de meetmethode rechtsgeldig is, maar zei ook dat de Europese burger erop moet kunnen vertrouwen dat een sigaret echt niet meer dan de afgesproken 10 mg teer, 1 mg nicotine en 10 mg koolmonoxide afgeeft. Betrouwbare informatie daarover moet overal te vinden zijn. Tevens heeft de burger recht op bescherming van de gezondheid.
De advocaten van de tabaksindustrie pleitten donderdag voor het in stand houden van de huidige meetmethode, die volgens hen wel geschikt is. Ook vindt een van de raadsmannen dat het niet aan de Nederlandse rechtspraak is om deze regels te veranderen, omdat de kwestie een zaak van de Europese Unie zou zijn.
De uitspraak is uiterlijk 7 november. (ANP)