Sinds een aantal jaar wordt landelijk gestreefd naar afbouw van de gesloten jeugdhulp. Het huidige beleid in de jeugdhulpsector is gericht op nul jongeren in de gesloten jeugdhulp in 2030. Omdat de afbouw van de JeugdzorgPlus financiële risico’s met zich meedraagt, brengt de Jeugdautoriteit elk kwartaal in kaart wat de capaciteit en bezetting is van alle JeugdzorgPlus-instellingen in Nederland.
Bezetting
Op 30 juni 2024 waren er 564 plaatsen voor gesloten jeugdhulp in Nederland. Dat zijn er 5 minder dan op 31 maart van dit jaar; een daling van 0,9 procent. De bezetting bedroeg op 30 juni 462 jeugdigen; een afname van 1,1 procent ten opzichte van 31 maart. Uit de cijfers van afgelopen jaren blijkt dat het aantal plaatsen in de gesloten jeugdhulp en de bezetting hiervan sinds 2023 nauwelijks daalt. “De nieuwe cijfers bevestigen dit”, aldus Kees van Nieuwamerongen, directeur van de Jeugdautoriteit.
Ook is het bezettingspercentage met 82 procent nog steeds te laag voor een kostendekkende exploitatie. De vuistregel is dat tarieven voor jeugdzorgaanbieders bij een bezettingspercentage van 90 procent kostendekkend zijn. De exploitatie van de aanbieders van gesloten jeugdhulp staat met de huidige bezetting dus onder druk.
Alternatieven
Door de afbouw van gesloten jeugdhulp zijn andere vormen van jeugdhulp nodig waar jeugdigen terecht kunnen. Daarom brengt de Jeugdautoriteit sinds de vorige Monitor JeugdzorgPlus ook alternatieven in kaart. Daaruit blijkt dat 24-uursbegeleiding op peildatum 30 juni 69 keer werd ingezet, tegenover 52 keer op peildatum 31 maart eerder dit jaar. Deze vorm van jeugdzorg legt echter een groot beslag op de beschikbare (financiële) middelen en vergt een grote inzet van schaars personeel. Aanbieders ontwikkelen ook meer hybride voorzieningen voor groepen jongeren met én zonder machtiging gesloten jeugdhulp. Het aantal hybride plekken nam tussen 31 maart en 30 juni toe met 8,7 procent naar 100 plekken.