De Wet integere bedrijfsvoering zorg- en jeugdhulpaanbieders (Wibz) verplicht aanbieders om een bedrijfsvoering te hebben waarbij maatschappelijke belangen zoals kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid voorop staan.
De NZa moet volgens de wet toezicht gaan houden op de bedrijfsvoering van zorgorganisatie. Ook voor bestuurders komen strengere regels.
Het verbod op winstuitkering in de zorg blijft in stand en wordt aangescherpt, zo laat VWS weten.
Tot slot verplicht de wet zorgaanbieders om geen onverantwoorde risico’s te nemen bij leningen of investeringen. Dit voorkomt dat investeerders, zoals private equity-partijen, te veel geld uit de zorg- of jeugdhulpondernemingen kunnen halen. Private equity wordt, ondanks herhaalde oproepen uit de Tweede Kamer, niet verboden.
Haken en ogen
Het oorspronkelijke voorstel voor de Wibz kwam in 2022 uit de koker van toenmalig minister van Langdurige Zorg Conny Helder. Aanleiding was een kritische rapport van de Algemene Rekenkamer, die stelde dat de aanpak van zorgfraude niet of nauwelijks werkt. Juristen zagen direct haken en ogen aan het wetsvoorstel.
Zo zou de Wibz deels tot lastenverzwaringen bij zorgaanbieders leiden, omdat ze meer informatie moeten aanleveren bij hun vergunningsaanvraag. Verder zouden essentiële elementen niet in de wet zelf worden geregeld, maar worden overgelaten aan lagere regelgeving. Denk aan het bepalen van de sectoren waarvoor voorwaarden gelden aan winstuitkeringen en welke voorwaarden dit betreffen. Tot slot zou de wet niet proportioneel en te onduidelijk zijn.
Raad van State kritisch
De Raad van State schoot op zijn beurt ook gaten in de voorgestelde Wibz. Het was de raad onduidelijk waarom de wet eigenlijk nodig was. De RvS wees op de bestaande wettelijke eisen waaraan zorgaanbieders nu al moeten voldoen. “De toelichting maakt onvoldoende duidelijk waarom deze wettelijke eisen, aangevuld door zelfregulering via governancecodes, ontoereikend zijn om toezicht te kunnen houden, en zo nodig handhavend op te treden tegen niet‑integere bedrijfsvoering door zorg- en jeugdhulpaanbieders.
Ook is in de toelichting die bij het wetsvoorstel wordt gegeven onduidelijk welk niet-integer gedrag nu dan voorkomt. En bij welke groep zorgaanbieders dit plaatsvindt en in welke mate.
Als het gaat om de voorwaarden aan winstuitkering benadrukte de RvS dat er ook duidelijkheid moet zijn voor investeerders welk rendement zij mogen verwachten van een investering. Daarom adviseerde zij om in het voorstel duidelijk te maken welke keuzes er met betrekking tot het stellen van voorwaarden aan winstuitkeringen worden gemaakt.