De overheid staart zich blind op de huisvestingsproblemen in de zorg en negeert voor de hand liggende alternatieven. De overheid verdiept zich onvoldoende in de materie, waardoor kansen om zorgbehoevenden zelfstandig te laten wonen en zorgkosten te beperken, onbenut blijven. Dit stelt Marcel Engels, voorzitter van UNETO-VNI.
Verzuim door overheid
Door het ontbreken van de kennis en kunde kijkt de overheid nauwelijks naar de beschikbare alternatieven voor verzorgings- en verpleeghuizen. Engels: “De overheid zet een stop op het aantal beschikbare plekken in verzorgings- en verpleeghuizen, maar verzuimt om oplossingen aan te dragen voor het door haar gecreëerde probleem.”
Excuses
De overheid laat zich volgens Engels teveel leiden door de verschillende belangen van de betrokken partijen “zoals die van de zorginstellingen en zorgverzekeraars. Het belang van de zorgvrager en de maatschappij worden hierbij ten onrechte ondergeschikt geacht.” Als laatste wordt het gebrek aan financiering vaak als excuus gebruikt om alternatieven onder de loep te nemen. Volgens Engels is dit onterecht.
Belangen gebruiker
De kosten bijvoorbeeld om een woning rollatorgeschikt te maken, hoeven niet boven de 9.000 euro uit te komen. Om de problemen in de zorghuisvesting het hoofd te bieden, moet er een blauwdruk komen waarbij de belangen van de gebruiker op het gebied van zorg en comfort in zijn eigen woning centraal staan. Daarnaast moet er meer worden gekeken naar de bestaande technische en bouwkundige toepassingen. Exemplarisch noemt Engels de modelwoning ‘Wel Thuis’ in Delft. Zo’n modelwoning is een driekamerflat uit de jaren zeventig. Deze flat is aangepast aan de wensen en behoeften van zorgvragende bewoners. De woning is aangesloten op een zorgoproepsysteem en de douche is toegankelijk gemaakt voor een rolstoelgebruiker. Verder beschikt de woning over een aangepast toilet, een luchtbehandelingsysteem, alarminstallatie en toegangsbewaking.