Op agressie tegen een zorgverlener moet altijd snel actie ondernomen worden, ook als de agressie te maken heeft met het ziektebeeld van de patiënt of cliënt. Dat is de gezamenlijke boodschap van werkgevers en vakbonden in de zorg en jeugdzorg. Vanaf 9 september gaat een nieuwe campagne van start: ‘Over de grens’.
Bij sommige cliënten – bijvoorbeeld die met vergevorderde dementie – heeft direct aanspreken weinig effect. De zorginstelling zal dan moeten proberen op andere wijze het gedrag van patiënt of cliënt te veranderen. Bijvoorbeeld door het wijzigen van de begeleiding, de behandeling of de omgeving.
Bewust
Waar zinvol wordt er wel gehandeld richting de cliënt. In ieder geval door hem of haar aan te spreken op de agressie, eventueel door aangifte te doen of schade te verhalen. “Actie kan dan het best plaatsvinden binnen 48 uur na het incident, want dan zijn cliënten over het algemeen nog goed bewust van hun gedrag”, zo weet Jacqueline den Engelsman, landelijk vakbondsbestuurder bij NU’91 en stuurgroeplid van actieplan ‘Veilig Werken in de Zorg’.
Agressiewijzer
En snelle, gerichte actie werkt ook naar de werknemer toe. Medewerkers kunnen aan de hand van de ontwikkelde Agressiewijzer gezamenlijk bepalen wat ontoelaatbaar gedrag is en hoe ze het kunnen stoppen. “En instellingen moeten ook de mogelijkheden bieden om aangifte te doen, dat maakt andere maatregelen effectiever”, zo vindt Den Engelsman. “Als laatste stap in het traject kan de werknemer samen met leidinggevenden en collega’s zijn eigen positie ten opzichte van deze cliënt of patiënt bekijken. Na elk ernstig incident moet er ook worden stilstaan bij de vraag of de huidige hulpverlener nog steeds de aangewezen persoon is om de behandeling of begeleiding voor te zetten bij deze patiënt of cliënt.”
‘Wees duidelijk over agressie’ is een campagne van sociale partners uit de zorg en jeugdzorg in het kader van het actieplan ‘Veilig Werken in de Zorg’. Initiatiefnemers zijn Abvakabo FNV, ActiZ, BTN, CNV Publieke Zaak, FBZ, GGZ Nederland, Jeugdzorg Nederland, NFU, NU’91, NVZ en VGN, met ondersteuning van het ministerie van VWS.