De norm is volgens haar ontstaan om te bepalen hoeveel ambulances en spoedeisende hulp locaties een regio moet hebben. En niet omdat één minuut eerder of later komen een groot verschil maakt voor de patiënt. “Gemiddeld lukt het binnen 10,5 minuut ter plekke te zijn, dus dat is binnen de norm”, stelt Arjen Littooij, directeur van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond in het AD. “Maar eigenlijk doet het er niet toe. Die norm zegt helemaal niets over de kwaliteit van de zorg die wij leveren.”
Ambulancezorg
Extra 30 kilometerzones, een stad die regelmatig volledig vaststaat én verschillende werkzaamheden maken het steeds moeilijker om snel ter plekke te zijn. Moeten er dan niet meer ambulances komen? “We kunnen wel meer ambulances willen, maar hebben niet het personeel voor die extra voertuigen”, zegt Arie Wijten, directeur van de ambulancedienst. De ambulancedienst stelt dat steeds maar weer kijken naar de 15-minutennorm ‘achterhaald is’. “Er zijn in totaal 26 kwaliteitsnormen waaraan we moeten voldoen”, zegt Wijten. “En iedereen mag ons overal op aanspreken als iets misgaat, maar niet alleen op die vijftien minuten”, vult Littooij aan.
Daarnaast helpt het om te voorkomen dat de meldkamer overbelast raakt door telefoontjes die eigenlijk voor de huisarts zijn. Zo kan een wel spoedeisend telefoontje langer in de wacht staan. Dit jaar start daarom een campagne over wanneer wel en niet 112 bellen.