“Je genen bepalen hoe snel een antidepressivum wordt afgebroken door je lichaam”, geeft ziekenhuisapotheker en klinisch farmacoloog bij het LUMC Jesse Swen op de site van Amsterdam UMC als voorbeeld. “Als dit langzamer is dan gemiddeld, blijft het medicijn langer in het lichaam waardoor de dosis omlaag moet om bijwerkingen te voorkomen.”
Swen ontwikkelde de pas met Pierre Bet, ziekenhuisapotheker en klinisch farmacoloog bij Amsterdam UMC. De persoonlijke pas heeft een versleutelde qr-code met daarin de DNA-code van de patiënt. Dokters en apothekers weten na het scannen van de pas meteen of ze het recept moeten aanpassen op basis van het genetisch profiel.
De pas is voorlopig nog niet voor elke patiënt beschikbaar. “We hebben alleen genetische informatie van personen die om een andere reden al een genetisch onderzoek ondergaan. Denk bijvoorbeeld aan kinderen die met een aangeboren afwijking bij de klinisch geneticus terechtkomen”, zegt Swen. Een DNA-pas brengt veel voordelen met zich mee, denkt hij. “Zo hoeven patiënten minder vaak terug te komen bij de dokter om te zien of de standaarddosis goed werkt.”
De gebruikte database geeft op dit moment adviezen voor zo’n honderd verschillende geneesmiddelen, maar wordt verder uitgebreid. Er loopt nog een groot Europees onderzoek onder leiding van het LUMC naar de precieze effecten van het gebruik van de pas. Als de resultaten binnen zijn en daartoe aanleiding geven, kan de methode breder worden toegepast, zo is de verwachting. (ANP)