Beeld: Kiki Groot / Lumen
Op de tweede verdieping van een anoniem bedrijfspand aan de zuidoostkant van Utrecht huist GGD GHOR Nederland. De landelijke koepelorganisatie voorziet in ondersteuning en andere diensten voor de 25 regionale GGD-organisaties die Nederland rijk is. Lopend langs de burelen waar enkele tientallen mensen zitten te werken, is moeilijk voor te stellen dat dit het zenuwcentrum is waar de plannen zijn gesmeed om de massale corona test- en vaccinatiecampagnes van de grond te krijgen. Over die campagnes is veel geklaagd de afgelopen jaren, maar de slotconclusie moet toch luiden dat zowel het massale testen als het vaccineren goed hebben gefunctioneerd. Op het moment van spreken wordt gewerkt aan de plannen om weer snel te kunnen opschalen, mocht dat nodig zijn, en aan een verwachte vaccinatiecampagne in de herfst.
Zijn we er klaar voor, mocht een nieuwe gevaarlijke coronavariant opduiken? “We zijn druk bezig om ons daarvoor klaar te maken”, zei GGD GHOR Nederland-baas André Rouvoet tijdens een interview voor Skipr quarterly. “We hebben een dynamisch masterplan, gebaseerd op de vijf mogelijke scenario’s van de WRR. Alles inzichtelijk. Als het nodig is, kunnen we binnen enkele weken opschalen naar 100.000 testen per dag. De minister kan daar straks exact op sturen. Ook voor de vaccinatiecampagne in het najaar, die we sowieso verwachten, hebben we onze scenario’s aan de minister voorgelegd.”
In het regeerakkoord is 300 miljoen uitgetrokken voor ‘pandemische paraatheid’. Gaat al dat geld naar de GGD’en? “Nee, was dat maar waar. Onze vrees is – en ik zie het al gebeuren – dat dat geld deels gaat naar de nieuwe crisisorganisatie voor infectiebestrijding die wordt opgezet, dat er daarnaast extra IC-bedden van worden betaald en ‘oh ja, de GGD’en moeten ook nog worden versterkt.'”
Hoeveel hebben jullie dan nodig? “Wij hebben gevraagd om 600 miljoen, in feite voor het dichten van de gaten die vóór corona door alle bezuinigingen bij de GGD zijn ontstaan. Dan gaat het over de hele breedte van wat de GGD’en doen. Ons bestand aan infectieziektebestrijdingsartsen bijvoorbeeld is sterk vergrijsd en het waren er al veel te weinig. Maar ook de forensische geneeskunde zit bij de GGD’en. We zitten op een punt dat niet meer in alle regio’s de forensische artsen 24 uur per dag bereikbaar zijn. En de jeugdgezondheidszorg – ook GGD – wil al heel lang 24 uur per dag beschikbaar zijn, zodat mensen ook ’s nachts kunnen bellen. Dat kan nu niet.”
Drie jaar geleden, als voorzitter van Zorgverzekeraars Nederland, was uw gedelegeerde hoofdtaak het budget bewaken. Nu houdt ook u een vurig pleidooi voor meer geld… “Jawel, maar dit gaat echt over een investeringsachterstand. De overheid moet nu investeren in publieke gezondheid. Na de Mexicaanse griep in 2009 luidde de conclusie dat er moest worden geïnvesteerd in de publieke gezondheid – dat is niet gebeurd. Straks komt er een parlementair onderzoek met de conclusie: ‘We hebben de les wéér niet geleerd.'”
En die nieuwe crisisorganisatie, wordt die geen onderdeel van de GGD? “Nee, dat wordt een aparte structuur, de Landelijke Functionaliteit Infectiebestrijding (LFI), die zal vallen onder het RIVM en moet gaan doen wat wij als GGD GHOR Nederland hebben gedaan tijdens de pandemie. Daarvoor hebben wij ook gepleit. Want hoe we het nu gedaan hebben, is niet de wettelijke route. Gebruikelijk is dat de minister aanwijzingen geeft aan de veiligheidsregio’s en dat van daaruit mede de regionale GGD’s worden aangestuurd. Maar Hugo de Jonge zei: ‘Ik vind het handiger om met André een dienstverleningsovereenkomst te sluiten, dan kan GGD GHOR Nederland de 25 regionale GGD’en aansturen en ondersteunen.'”
Maar het helpt natuurlijk niet, de verantwoordelijkheid overdragen als je meer geld wilt. “Nogmaals: wij hebben daar zelf voor gepleit. Wij dragen kennis en mensen over aan de LFI. En overigens: een volgende gezondheidscrisis zal heus niet om de GGD’en heen gaan. Het gaat erom dat er weer een duidelijke lijn komt. De minister heeft de zaken afgelopen periode via ons geregeld en dat werkte. Maar je moet dat veel beter inbedden in wettelijke structuren. In theorie hadden wij als GGD GHOR nu kunnen zeggen: ‘Boostercampagne? Daar hebben we eigenlijk geen zin in.’ Dat deden we niet natuurlijk, maar de minister gáát wettelijk gezien niet over de GGD’en en ik ben ook niet ‘de GGD-baas’. In de praktijk werkte het wel.”
Hoe dan? “De GGD bestaat uit 25 regionale organisaties, met allemaal een eigen bestuur en financiering. Maar vanaf het moment dat corona een A-ziekte werd, was de minister verantwoordelijk en betaalde hij ook alles. Plat gezegd waren daarmee feitelijk de regionale GGD-besturen gepasseerd. Onze taak was vooral om te zorgen dat de GGD’en als één landelijke organisatie gingen functioneren en dat lukte vrij snel. Het feit dat voor de coronabestrijding geld geen rol speelde, hielp natuurlijk…”
Hoe ziet u de rol van de GGD’en? “Ik zie momenteel dat de boel aan het kantelen is, van zorg naar gezondheid. Ik zie grote zorgverzekeraars pleidooien houden voor een gezondheidsplicht en investeringen in preventie. Ik zie ziekenhuisbestuurders die zeggen: ‘Ja, we zijn bereid om taken af te stoten, want we moeten die beweging maken.’ En ik zie ook de verbinding met het sociaal domein steeds meer tot stand komen. Want dát is nodig: versterking van preventie in de regio en verbinding met het sociaal domein in de gemeenten. Iedereen heeft ondertussen wel door: de problemen in de zorg kún je niet meer alleen met zorg oplossen. Die zitten in de wijken, bij huisvesting en schuldenproblematiek. En dan zeg ik: wij hébben een regionale preventie-infrastructuur, wij hébben verbinding met het sociaal domein. We kennen de huisartsen, maar ook het onderwijs én de partijen die een rol spelen bij schuldhulpverlening. Daarnaast: met ons nieuwe registratiesysteem CoronIT hebben wij in feite het grootste epd van Nederland operationeel, met test- en vaccinatiegegevens van de hele bevolking. Binnen anderhalf jaar opgezet, door ons als publieke partij. Het kan dus wel. Dat is razend belangrijk, want zonder data ben je nergens, hebben we geleerd tijdens de pandemie.”
Aha, de GGD in het centrum van de beweging die gemaakt moet worden. Da’s een mooie plek. “Ja toch? Dat is mijn missie. Mensen hebben gezien wat de GGD kan. In die zin is de coronacrisis – hoe desastreus ook – voor deze organisatie een geweldige kans.”
Log in en lees het volledige artikel zoals het is verschenen in Skipr quarterly >>