Er bleek een afgrond te gapen tussen opleiding en praktijk. Gediplomeerde verpleegkundigen zonder ziekenhuiservaring voelen zich vaak geremd om te solliciteren in het ziekenhuis. Daarom was de respons op het programma groot, zo geeft het Asz aan op haar website. Binnen een maand tijd werden 24 verpleegkundigen voor 17 voltijdsfuncties aangenomen als OOP-verpleegkundigen. De eerste groep is deze zomer van start gegaan. Wegens de grote toeloop is er op dit moment geen OOP-vacature meer.
Oriëntatietraject
De OOP-functie is geen opleidingsplaats. De kandidaat moet al gediplomeerd en BIG-geregistreerd zijn. Het programma richt zich op twee groepen verpleegkundigen: de net afgestudeerden die tijdens hun opleiding nauwelijks in ziekenhuizen hebben gewerkt en de verpleegkundigen die al langer werken in verpleeghuis- of gehandicaptenzorg en het gevoel hebben daar ‘vast te zitten’. De OOP-verpleegkundigen worden eerst op één afdeling ingewerkt en daarna ingezet op wisselende klinische afdelingen, bijvoorbeeld om ziekte en piekdrukte op te vangen. Maar de functie moet niet verward worden met die van flexverpleegkundige, benadrukt het ASz. De lengte van het oriëntatietraject is wisselend en afhankelijk van wanneer de OOP-verpleegkundige zijn of haar plek gevonden heeft.