Het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) is van mening dat antidepressiva tot het therapeutisch arsenaal van de huisarts moeten blijven behoren. Huisartsen zouden zich wel meer bewust kunnen zijn van de nadelen van antidepressiva en zouden langdurige gebruikers kunnen helpen bij het afbouwen ervan.
Dit schrijft het NHG naar aanleiding van de recente discussie over antidepressiva. Zo is onlangs het nieuwe boek van Peter Gøtzsche verschenen; ‘Dodelijke Psychiatrie en stelselmatige ontkenning’. Hierin heeft de Deense hoogleraar en arts kritiek op het massale gebruik van psychofarmaca die niet zouden werken en die een groot gevaar voor de gezondheid van patiënten zouden zijn. Gøtzsche vindt dat huisartsen zo weinig mogelijk psychofarmaca zouden moeten voorschrijven en dat dit voorbehouden zou moeten zijn aan psychiaters.
Het NHG vindt dat antidepressiva tot het therapeutisch arsenaal van de huisarts moeten blijven behoren om patiënten met ernstige klachten tijdig en adequaat te kunnen helpen. Bij een groep patiënten gaat de depressie gepaard met “ernstig disfunctioneren en lijden”. Medicatie kan volgens het NHG dan werkzaam zijn en de psychotherapeutische zorg ondersteunen.
Afbouwen
Huisartsen zouden zich wat het huisartsengenootschap betreft wel meer bewust kunnen zijn van de nadelen van antidepressiva. Zij zouden langdurige gebruikers kunnen helpen bij het afbouwen van antidepressiva. In de NHG-Standaard Depressie, die in herziening is, zal meer aandacht komen voor het ‘niet-starten’, de bijwerkingen en het afbouwen van antidepressiva. De NHG-Standaard adviseert sowieso al om zes maanden na herstel het antidepressivum weer af te bouwen en regelmatig controleafspraken voor het afbouwen te maken.