Onderzoekers van Amsterdam UMC bestudeerden vijf behandelingen voor mensen met rugpijn, waarvan de effectiviteit niet bewezen is:
- bedrust bij niet-specifieke rugklachten;
- bedrust bij een hernia;
- discectomie bij spinale stenose, het (deels) verwijderen een tussenwervelschijf bij een vernauwing van het wervelkanaal;
- fusie, het operatief aan elkaar vastmaken van ruggenwervels;
- invasieve pijnbehandelingen, zoals het injecteren van pijnmedicatie.
Wetenschappelijk bewijs
De onderzoekers analyseerden alle ziekenhuisdata van grofweg de laatste dertig jaar in Nederland. Voor elke behandeling brachten ze in kaart wanneer wetenschappelijk bewijs over effectiviteit was gepubliceerd en wanneer in medische richtlijnen het advies was opgenomen om die behandeling niet meer toe te passen. Dit zetten ze uit tegen hoe vaak artsen in Nederlandse ziekenhuizen die behandeling nog wel hadden ingezet.
Verspilling
“Onze verwachting was dat dit soort behandelingen in Nederland al lange tijd niet meer plaatsvonden, maar dit blijkt dus niet te kloppen”, zegt onderzoeker Pieter Coenen. “We bieden in Nederland nog lange tijd zorg aan die helemaal niet evidence-based is. Als wetenschappelijk al bewezen is dat een therapie niet werkt, duurt het nog zeventien jaar of langer voordat 85 procent van de artsen afziet van die behandeling. We verspillen daarmee schaarse middelen en doen met bepaalde therapieën bij rugklachten zelfs meer kwaad dan goed. Neem bijvoorbeeld ‘bedrust’. We weten dat dit voor rugpijn averechts werkt, maar toch wordt het nog steeds toegepast.”