De arts die een aanslag liet plegen op zijn vrouw mag zijn beroep blijven uitoefenen. De man wordt niet geschrapt uit het BIG-register, waar alle Nederlandse zorgverleners in geregistreerd staan. Dat heeft de rechter donderdag bepaald bij het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (CTG) in Den Haag.
Het Regionaal Tuchtcollege in Zwolle had eerder geoordeeld dat hij aan de slag mocht blijven als arts, omdat hij het misdrijf niet heeft gepleegd in die hoedanigheid, maar in de privésfeer. De inspectie was het daar niet mee eens en eiste dat hij uit het artsenregister zou worden geschrapt.
Het CTG is van oordeel dat het de man wel kan worden aangerekend dat hij zijn vrouw wilde laten ombrengen en dat dat wel degelijk een reden kan zijn om iemand uit het artsenregister te laten schrappen, ook al gebeurde dat in de privésfeer. Maar omdat de feiten in dit geval al twaalf jaar geleden zijn gepleegd en de man al tien jaar in de gevangenis heeft gezeten hiervoor, wordt hij niet nog eens gestraft.
De ex-vrouw van de arts werd in 2003 door junks met benzine overgoten en in brand gestoken. Ze raakte daarbij ernstig verminkt. Hij zou boos geweest zijn naar aanleiding van een conflict over alimentatie en omgang met de kinderen. Die kinderen, en de ouders van de vrouw waren erbij toen ze in brand werden gestoken. De arts is destijds onderzocht in het Pieter Baan Centrum en dat achtte hem enigszins verminderd toerekeningsvatbaar.
De arts kreeg een celstraf van vijftien jaar maar kon vanaf medio 2012 weer aan de slag. Toen het verpleeghuis in Enschede waar hij werkte achter zijn verleden kwam, werd hij ontslagen.
Na zijn vrijlating heeft de arts zijn vriendin en haar moeder mishandeld. De aanleiding voor zijn boosheid op zijn vrouw en later zijn vriendin, was volgens de arts dat ze zijn mannelijkheid hadden gekwetst. (ANP)