AWBZ-instellingen zijn zich onvoldoende bewust van de gevolgen van de impairment toets die een gevolg is van het nieuwe kapitaallastenregime. Als instellingen verzuimen om hun vastgoed tijdig te herwaarderen, kan dit leiden tot financiële tekorten. Dat stelt sectordirecteur Marita Bossers-Nabben van strategisch vastgoedadviseur Hevo.
Reëele waarde
Door de afschaffing van de vaste vergoeding voor huisvesting en het verdwijnen van de nacalculatie moeten zorginstellingen dit jaar hun vastgoed herwaarderen. De zogeheten impairment-toets maakt duidelijk of de waardering op de balans een reële weergave van de werkelijkheid is. Leidraad voor de waardering van het zorgvastgoed is niet langer de aankoopwaarde, maar de bedrijfswaarde. De impairment-toets maakt het verschil tussen beide zichtbaar.
De impairment-toets
De impairment-toets is daarmee een belangrijk onderdeel van de nieuwe boekhoudkundige spelregels. Bossers-Nabben constateert niettemin dat de impairment toets bij veel instellingen onvoldoende prioriteit krijgt en vaak zelfs blijft liggen. Dat kan niet alleen verstrekkende gevolgen hebben voor het financiële weerstandsvermogen, maar ook de relatie met externe financiers onder druk zetten.
‘Geen definitief kader’
Volgens Bossers-Nabben kan de trage reactie van AWBZ-instellingen deels verklaard worden door de voortdurende beleidsmatige onduidelijkheid. “Er is nog steeds geen definitief kader”, aldus Bossers-Nabben. “De minister en de staatssecretaris hebben hun antwoord dit jaar al een paar keer uitgesteld.” De beleidsmatige onduidelijkheden hebben met name betrekking op de vorm en omvang van een eventueel overgangsregime en de uiteindelijke de hoogte van de vergoeding voor kapitaallasten, de zogeheten Normatieve Huisvestingscomponent (NHC). Gezien de complexiteit van de materie, is het de vraag of het ministerie nog dit jaar duidelijkheid geeft.
Anticiperen
Deze onzekerheden ontslaan bestuurders wat Bossers-Nabben betreft niet van de verantwoordelijkheid om hun vastgoedpositie tijdig in kaart te brengen. “Misschien zijn niet alle rekengrootheden bekend, maar instellingen kunnen in ieder geval een globale toets doen”, stelt Bossers-Nabben. “Als nu al uit de analyse blijkt, dat een instelling er slecht uitspringt, kunnen bestuurders daarop anticiperen en hun strategische vastgoedopties heroverwegen. Bij hoge leegstandpercentages kan misschien een deel van het vastgoed worden verhuurd, of moet er worden gekozen voor een andere doelgroep.”