De bacterie die in de middeleeuwen de builenpest veroorzaakte en een dodelijk spoor door Europa trok, bestaat nog steeds en zou een nieuwe pandemie kunnen veroorzaken. Die waarschuwing uiten Amerikaanse en Canadese onderzoekers in The Lancet Infectious Diseases.
Ze bestudeerden de tanden van twee slachtoffers van de eerste keer dat de plaag heerste, de zogeheten Plaag van Justinianus die het Oost-Romeinse rijk in de 6e eeuw na Christus trof. Daaruit bleek dat die plaag net als de Zwarte Dood uit de 14e eeuw werd veroorzaakt door de bacterie Yersinia Pestis. De variant van die bacterie die de Plaag van Justinianus veroorzaakte en naar schatting 50 miljoen mensen doodde, is inmiddels uitgestorven. Maar de variant die 8 eeuwen later aan 75 tot 100 miljoen mensen het leven kostte bestaat nog steeds en duikt sporadisch op in onder meer Afrika en India. Zo stierven op Madagascar in december 32 mensen aan de ziekte.
Opduiken bacterie
De bacterie waarde ook in de 19e eeuw rond door China en India, waar 12 miljoen mensen aan de pest bezweken. “Het belangrijkste punt is dat deze bacterie opnieuw bij mensen kan opduiken in nieuwe vormen en een enorme invloed kan hebben op de sterftecijfers. Dat is al drie keer gebeurd in het verleden en we moeten dit in de gaten houden voor de toekomst”, zegt de directeur van het Ancient DNA Centre van de Canadese universiteit in Hamilton tegen de Britse krant The Independent.
Builenpest
De builenpest kenmerkte zich door de plotselinge verschijning van gezwellen onder de oksels en in de schaamstreek. Bovendien ontstond gangreen aan de vingers. De ziekte kostte het slachtoffer veelal binnen een week het leven. De plaag werd verspreid door vlooien en ratten. De builenpest in de middeleeuwen was bovendien ook van mens op mens besmettelijk, via de ademhaling. (ANP)