Elke week behandelt BNR’s Big Five een ander thema. Deze week was het thema de betaalbaarheid van de zorg en of het IZA van Kuipers daarvoor de oplossing is. Eerdere gasten deze week waren Ad Melkert (voorzitter NVZ) , Georgette Fijneman (directievoorzitter zorgverzekeraar Zilveren Kruis) en minister Ernst Kuipers van VWS.
Eigenbelangen
Kiers temperde hooggespannen verwachtingen over het IZA, gezien de ervaringen met eerdere bestuurlijke hoofdlijnenakkoorden. “De Raad voor de Volksgezondheid en Samenleving (RVS) heeft de hoofdlijnenakkoorden geëvalueerd, die zijn afgesloten vanaf 2012. Daaruit bleek dat de financiële doelen vaak wel worden behaald, maar de inhoudelijke niet. Dat komt doordat al de partijen de akkoorden zien als een manier om hun eigen belangen veilig te stellen. Ze formuleren de inhoudelijke doelen zo vaag in een akkoord, dat je er al de kanten mee uit kunt. Zo is van de juiste zorg op de juiste plek nog niet veel terechtgekomen.” Volgens Kiers is dit een patroon dat de afgelopen tien jaar te zien was. “Waarom zou dat nu anders zijn?”, aldus Kiers.
Integraal zorgakkoord
Positief is Kiers over het gegeven dat het IZA voor het eerst integraal is. Dat wil zeggen dat huisartsen, wijkverpleging en ziekenhuizen in één akkoord afspraken maken en niet in aparte bestuurlijke akkoorden. Ook de gekozen richting van inzet op passende zorg, meer regionale samenwerking en preventie is op zich goed te begrijpen, gezien de stijgende zorgvraag en de schaarste aan personeel.
Regionale samenwerking
Wel vraagt Kiers zich af hoe passende zorg gaat landen in de spreekkamer. Onduidelijk vind hij ook nog hoe de regionale samenwerking er in de praktijk uit gaat zien. “Je hebt tien ROAZ-regio’s waarin grote ziekenhuizen de regie hebben. Dan heb je 31 zorgkantoorregio’s in de langdurige zorg, waarin de twee grootste verzekeraars de zorgvraag in beeld brengen. Dan heb je nog 25 regio’s van de GGD’en en grote gemeenten. Hoe gaan al die plannen bij elkaar komen? Wie heeft de regie?”
Gezondheidszorgplicht
Het grootste manco in het huidige zorgstelsel vindt Kiers dat er wel zorgplicht is, maar geen gezondheidszorgplicht. Daarvoor verliezen gezondheidszorgdoelen altijd als ze in botsing komen met begrotingsdoelen, die wel wettelijk zijn verankerd. “We hebben het zorgstelsel ingericht als een ziektestelsel. Het stelsel is zo ingericht dat we pas in actie komen als mensen ziek zijn. Zorgaanbieders krijgen allerlei problemen op hun bordje die je beter in het sociale domein kunt oplossen. Mensen worden ziek doordat ze enorme schulden hebben of eenzaam zijn. We proberen aan de achterkant te repareren wat aan de voorkant verkeerd gaat. Dat is dweilen met de kraan open. We zouden er vol op moeten inzetten om mensen gezond te houden.”
Preventie en vrijblijvendheid
Kiers vindt, net zoals de RVS onlangs zei, dat de afspraken rond preventie, ondanks alle goede intenties, nog te vrijblijvend zijn. “Het huidige stelsel is geënd op het leveren van zorg, omdat de zorgplicht nu eenmaal wel wettelijk is verankerd. Zorgverzekeraars zijn verplicht om die zorg in te kopen. De enige manier om van die vrijblijvendheid afscheid te nemen is door gezondheidsdoelen wettelijk te verankeren. Dan krijg je een beleidsdynamiek die gezondheid ondersteunt in plaats van het leveren van zorg. De uitkomst van gezondheidsbeleid moet gezondheid zijn en niet de productie van zorg. Die afslag moeten we nemen. Daarvoor is moed en lef nodig van politici en ambtenaren.”