Foto: Gerhard Seybert/stock.adobe.com
De stijging komt na drie jaren verslechtering. Het positieve nieuws is van korte duur, verwacht Vincent Eversdijk, voorzitter van de branchegroep Zorg van BDO: “Met de inflatie, oplopende kosten, een nog steeds laag rendement en een omvangrijke veranderopgave, komt het huidige businessmodel van de umc’s steeds meer onder druk te staan.”
Erasmus MC heeft de hoge waardering vooral te danken aan een goed rendement. Dat steeg van 0,7 naar 2,2 procent. Ook de verhouding ebitda/opbrengsten is verreweg het best. Ebitda geeft aan hoe vitaal een organisatie is, door het effectief genereren van geld. Formeel betekent ebitda: de winst van een bedrijf voor aftrek van rentekosten, belastingen, afschrijvingen en afboekingen.
Hoge solvabiliteit
Ook Maastricht UMC+ verbeterde het rendement fors: van 0,8 naar 2,3 procent. Mede daardoor bezetten de Limburgers plek 2 op de BDO-lijst met een 8. De middenmoot wordt gevormd door UMCG, Radboudumc en Amsterdam UMC, alle drie een 7. Onderaan staan LUMC en Utrecht UMC. De Leidenaren hebben een rendement van min 1,7 procent, maar halen geen onvoldoende door een hoge solvabiliteit.
Het rendement van umc’s is lager dan bij de algemene ziekenhuizen: 0,9 tegenover 1,7 procent. Dat is te zien aan de resultaten: de omzet van de algemene ziekenhuizen is dubbel zo hoog, maar hun gezamenlijke resultaat is 3,5 keer zo groot: 99 tegen 359 miljoen euro. De solvabiliteit van de umc’s is wel beter: 35 tegenover 32 procent bij de algemene ziekenhuizen.
Grote opdrachten
De umc’s staan echter voor grote transitie-opdrachten, stelt BDO, omdat de hoeveelheid tweedelijns medisch-specialistische basiszorg moet worden verminderd. Die basiszorg kan dichterbij en goedkoper plaatsvinden in algemene ziekenhuizen of zelfstandige klinieken. De hoogcomplexe zorg moet verder worden geconcentreerd en gespecialiseerd om de kwaliteit te bevorderen en de kosten minder snel te laten stijgen, meent BDO.
Kernvraag voor de komende jaren is volgens deze adviseurs hoe umc’s met samenwerking passende zorg organiseren, zonder dat ze in financieel zwaar weer komen. De combinatie van de omvangrijke transitieagenda en oplopende kosten bij relatief lage rendementen zet druk op de umc’s.
Financiële kurk
“Patiëntenzorg is met ongeveer 70 procent van de inkomsten de financiële kurk waar ze op drijven”, zegt Eversdijk in een toelichting. “De snelste manier om de financiële resultaten te verbeteren, is het leveren van méér patiëntenzorg. Academische zorg is echter de duurste zorg binnen ons zorgstelsel. Dat is maatschappelijk niet gewenst. Het roept de vraag op of academische zorg productiegedreven moet worden bekostigd,” aldus Eversdijk, die hiermee het huidige businessmodel ter discussie stelt.
Volgens hem is het waarschijnlijk dat umc’s hun eigen vermogen gebruiken om een sprong voorwaarts te maken. “Daarbij mogen ze – mits bewegend in de juiste richting – verlieslijdend opereren. Dan is wel overleg met banken nodig, gegeven de lopende financieringsarrangementen bij umc’s.”