De arts heeft de medewerker “in de kou laten staan en daarmee het risico op gezondheidsschade en eventuele arbeidsongeschiktheid vergroot”, oordeelt het regionaal tuchtcollege in Den Bosch. Het gebeurt relatief weinig dat de tuchtrechters iemand schorsen.
Niet te negeren
De klacht is ingediend door een man die bij een bedrijf in metaalcoating werkt. Hij moet daar metaal spuiten, maar hij lijdt aan zogeheten eosinofiel astma. “Hierbij krijg je klachten van prikkels zonder dat je allergisch bent. Je kunt bijvoorbeeld benauwd worden van uitlaatgassen, dampen, rook, en vochtige lucht. Deze ziekte bij een werknemer is voor een werkgever in de metaalcoating niet te negeren”, aldus het tuchtcollege.
De werknemer zegt dat hij zich door zijn werkgever gedwongen voelt om ongezond werk te doen. Nee zeggen was volgens hem geen optie. Daarom ging hij op 16 januari vorig jaar naar de bedrijfsarts met het verzoek om hulp. De arts was het met hem eens en oordeelde dat de man het werk niet meer zou moeten doen. Dat zou hij op papier zetten, maar dat kwam niet. Op 29 januari vroeg de werknemer waar het oordeel bleef, maar hij kreeg geen antwoord. Daarna schakelde hij een advocaat in, die op 24 februari, 10 maart en 13 maart de bedrijfsartsbenaderde, maar ook dat leverde niets op. De bedrijfsartsreageerde ook niet op vragen van het tuchtcollege uit mei, juni, juli en augustus.
Overbelast
Pas bij de zitting van het tuchtcollege afgelopen december gaf de bedrijfsarts antwoord. Hij zei dat hij overbelast was en zelf minder kon werken, maar dat is volgens de tuchtrechters geen excuus. De bedrijfsarts had in dat geval vervanging moeten regelen. Doordat hij dat niet deed, moest de klager “doorgaan met werkzaamheden die onverantwoord zijn voor zijn gezondheid gelet op zijn ziekte”.