Na een succesvolle kankerbehandeling heeft 59 procent van de mensen last van angst voor terugkeer van de ziekte. Dat constateert Yvonne Luigjes in haar promotieonderzoek bij het Helen Dowling Instituut.
Schaalbare optie
Om te onderzoeken waar mensen met angst voor terugkeer van kanker behoefte aan hebben en in hoeverre hierin wordt voorzien, ontwikkelde Luigjes met de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK) een vragenlijst. Van de 4.511 respondenten die last hadden van angst voor terugkeer, gaf 94 procent aan behoefte te hebben aan ondersteuning. De meest voorkomende behoeften waren praten over de angst voor terugkeer, het ondernemen van leuke activiteiten ter afleiding en psychologische hulp of coaching.
Hoewel er specialistische psychologische behandelingen voor angst voor terugkeer van kanker bestaan, kan niet elke ex-kankerpatiënt deze door de enorme vraag volgen. Om minder intensieve ondersteuning te bieden die schaalbaar en goedkoper is, ontwikkelde het Helen Dowling Instituut de internetbehandeling ‘Minder angst na kanker’. Zonder begeleiding van een zorgprofessional, werkt het programma echter niet goed. “Mensen vinden het lastig om alleen achter de computer met hun angst aan de slag te gaan”, aldus het instituut.
Begeleiding huisartsenpraktijk
Daarom onderzocht Luigjes of de internetbehandeling effectief is als deze wordt aangeboden vanuit de huisartspraktijk en wordt gecombineerd met drie tot vijf gesprekken met de praktijkondersteuner ggz (POH-GGZ) van de huisarts. In de gesprekken krijgt de patiënt de ruimte om zijn verhaal te delen, kan hij vragen stellen en is er de mogelijkheid om onderwerpen uit het programma verder uit te diepen.
“Deze blended behandeling bleek effectief in het verminderen van angst voor terugkeer van kanker in vergelijking met de gebruikelijke zorg die mensen ontvangen. Ook de algemene mentale gezondheid verbeterde door de behandeling. De verbeteringen hielden 10 maanden later nog stand”, aldus het Helen Dowling Instituut. Momenteel wordt de internetbehandeling geïmplementeerd in de huisartsenpraktijken.