De wet gaat er vanuit dat er een beperkt aantal soorten arbeidsrelaties is, maar in de praktijk gaat het om een “zeer heterogene verzameling arbeidsrelaties”, schrijft de Rekenkamer in een evaluatie van de wet DBA, die zes jaar geleden van kracht werd. Daardoor moeten Belastingdienstmedewerkers vrijwel elke arbeidsrelatie onderzoeken voordat ze tot een conclusie kunnen komen.
Ongelijk speelveld
Dit betekent dat de schijnzelfstandigheid niet kan worden aangepakt. Ten eerste loopt de fiscus veel geld mis, omdat werkgevers geen inkomstenbelasting betalen voor zzp’ers. Bovendien hebben zzp’ers recht op een zelfstandigenaftrek van duizenden euro’s per jaar, wat ten koste gaat van de schatkist.
De overheid vindt schijnzelfstandigheid ook kwalijk, omdat hierdoor er geen gelijk speelveld is tussen werkgevers. “Opdrachtgevers die de wet niet naleven, prijzen de opdrachtgevers die dat wel doen uit de markt, want zij winnen daarmee aanbestedingen’, stelt de Rekenkamer. Dat leidt tot ergernis, merken de onderzoekers uit interviews met betrokkenen.”
800 fte’s nodig voor uitvoering
De Belastingdienst beseft dat ze krachteloos is. Enkele tientallen medewerkers houden zich met deze handhaving bezig, maar geven aan dat ze minimaal 800 fte’s nodig hebben om de wet te handhaven. “Omdat de Belastingdienst op het gebied van schijnzelfstandigheid al zes jaar zeer beperkt repressief kan handhaven, verliest hij aan geloofwaardigheid bij het toezicht op arbeidsrelaties”, concluderen de onderzoekers.
Tandeloze tijger
Dit verlaagt de nalevingsbereidheid van opdrachtgevers, volgens de Rekenkamer: “De vrees ontstaat bij medewerkers dat de Belastingdienst te boek komt te staan als een tandeloze tijger.” De fiscus deed in die zes jaar 268 boekenonderzoeken in vooral de zorg- en bouwsector, maar legde slechts in één geval een aanwijzing op. De Rekenkamer zegt dat het voor werkgevers die misbruik willen maken van de beperkte handhaving het een “loterij zonder nieten” is.
Constructies
Wat handhaving extra moeilijk maakt, zijn de constructies waarmee opdrachtgevers zzp’ers inhuren. “Het kan voor de Belastingdienst arbeidsintensief en ingewikkeld zijn om vast te stellen of er sprake is van een dienstbetrekking en zo ja, tussen welke partijen.” Het lukt de fiscus niet altijd (of pas na lange tijd) om in deze gevallen (op basis van soms te beperkte informatie) tot een oordeel te komen. Daarbij komt dat opdrachtgevers hun arbeidsrelatie vaak iets veranderen, waardoor de Belastingdienst deze constructie opnieuw moet beoordelen.
De wet DBA was zes jaar geleden de opvolger van de VAR. Belangrijke doelstelling was het tegengaan van schijnzelfstandigheid. Maar de wet is ingewikkeld en vaag. Daarbij komt dat er vanaf het begin een handhavingsmoratorium geldt, die niet duidelijk is. Opdrachtgevers, zelfstandigen, werknemersorganisaties en de Belastingdienst hebben herhaaldelijk aan de politiek gevraagd de wet te wijzigen, maar dat is nooit gebeurd.
“Specialisten van de Belastingdienst, opdrachtgevers en zelfstandigen die wij hebben gesproken, zijn voorstander van het – stapsgewijs – opheffen van het handhavingsmoratorium. Dan kan de fiscus effectiever optreden, gaan opdrachtgevers en zelfstandigen de wet beter naleven en ontstaat er een betere uitgangspositie om een eerlijker speelveld te creëren tussen opdrachtgevers (onderling) en werkenden (onderling).”
Langere tijd één opdrachtgever
Nederland telt rond 1,1 miljoen zelfstandigen. Daarvan zijn er honderdduizenden schijnzelfstandig. Als iemand in de praktijk als zelfstandige werkt terwijl er volgens het arbeidsrecht sprake is van een dienstverband, is er sprake van schijnzelfstandigheid. Bijvoorbeeld als een zzp’er langere tijd één opdrachtgever heeft die bepalend is voor het inkomen én de werkuren van de ‘opdrachtnemer’ voorschrijft.
Speciaal voor de zorg- en bouwsector heeft de Belastingdienst anderhalf jaar geleden extra energie gestoken in de aanpak van schijnzelfstandigheid. Met behulp van onder andere de BelastingTelefoon, vooroverleg met brancheorganisaties, modelovereenkomsten en een webmodule over arbeidsrelaties.
Erik van Zalk
Schijn zelfstandigheid kan een probleem zijn echter voornamelijk bij lagere uurtarieven van onder de 50,- euro per uur waarbij de ZZPer te weinig overhoud voor buffer, pensioen etc waardoor er afhankelijkheid en in extreme gevallen uitbuiting kan optreden. Door het verlagen van de zelfstandigenaftrek, wat nu al gebeurd in stappen (en moet van Brussel) zal het probleem van schijnzelfstandigheid verder verlagen zonder inzet van nieuwe controleurs ?
Frank Conijn
Dat is inderdaad het hele probleem: (het onterecht vragen om) de zelfstandigenaftrek. Schaf je die af, dan is het probleem opgelost.