Door de politieke en maatschappelijke focus op salarissen lukt het ziekenhuizen niet om geschikte bestuurders aan te trekken. Dit zegt Peter Bennemeer, scheidend bestuursvoorzitter bij streekziekenhuis Bernhoven in het Brabantse Uden, in een interview met het FD.
Sinds 2013 geldt er in de zorg een beloningsplafond, dat in 2015 werd verscherpt. Zorgbestuurders mogen volgens de Wet Normering Topinkomens (WNT) niet meer verdienen dan een ministersalaris, dit jaar vastgesteld op 181 duizend euro. Volgens Bennemeer is dit, vooral na de laatste verlaging, “geen faire beloning” voor de opdracht waar ziekenhuisbestuurders voor staan, namelijk het onder controle krijgen van de zorguitgaven.
Bennemeer, die bestuurder was bij Mars en Heinz voordat hij zeven jaar geleden naar de zorg overstapte, stelt dat bestuurders die voor dit salaris willen werken, niet in staat zijn de grote veranderingen door te voeren die in de zorg noodzakelijk zijn. Ziekenhuisbestuurders die in de overgangsregeling zitten, zouden zelfs vooral geen grote veranderingen doorvoeren uit angst dat de staf het vertrouwen verliest en zij worden ontslagen. In een nieuwe baan zouden een halve ton minder krijgen. Op termijn zou de schade die dit soort bestuurders aanrichten meer kosten dan beloningsplafond zou besparen, aldus de scheidend Bernhoven-bestuurder waarschuwt in het FD.
Bennemeer pleit niet voor het loslaten van het salarisplafond. Hij wil een terugkeer naar de oude WNT, waarin een maximum van 230 duizend euro was gesteld.